n,
bestond daarin, dat hij bij de Algemeene Staten eene aanklacht tegen
de weggeloopen kapiteins inzond.
Nu werden deze mannen wel tot onteerende straffen en boeten
veroordeeld; maar men begreep toch ook waar de schoen het meeste
wrong, en ze zagen te laat in, dat ze door het benoemen van De With
tot bevelhebber eene verkeerde daad verricht hadden.
Toch had onze dappere Briellenaar in dezen strijd bijna het onmogelijke
verricht door zich-zelven te beheerschen. Hij had zich geschikt naar
de inzichten van De Ruyter, Evertsen en De Wind. Het was waarlijk
zijne schuld niet, dat het eerste gevecht niet reeds eene overwinning
was geweest; maar ... "wee den wolf, die in een kwaad gerucht staat!--
De With werd op zijde gezet en de Algemeene Staten stelden andermaal
Goede Vaer Tromp tot Luitenant-Admiraal aan.
De miskende werd erkend; de erkende werd thans miskend!
Toch betoonde Tromp niet veel lust voor dat vernieuwde bewijs van
vertrouwen en toen men hem naar de oorzaak vroeg, schreef hij: "Want
met den vijand te slaan en mijn leven te wagen, verwekt bij mij geene
de minste bekommering; maar dat ik, alles doende ten dienste van het
Vaderland wat in mijn vermogen staat, te huis komende blootgesteld
ben aan de verdenkingen en de afgunst van kwaadwilligen, en, na alles
wat soldaat- en zeemanschap, naar het verstand, dat God mij gegeven
heeft, te hebben aangewend, genoodzaakt werd rekenschap te geven van
mijne verrichtingen en mijne beste daden misduid worden, dat is het
wat mij bekommert en dat mij den lust en ijver ontneemt!"
Goede Vaer Tromp had gelijk en het strekt hem tot groote eer, dat
hij na zooveel onverdiende beschuldigingen, na zooveel laster tegen
hem ingebracht, het welzijn van den Lande hooger schatte dan zijn
eigenbelang.--
Daar heerschte vreugde op de vloot toen men vernam dat Tromp alweder
met het opperbevel belast was en de goede geest, die op dat bericht
zich van het scheepsvolk meester maakte, was eene halve zeemacht.
"Heb ik het niet gedacht?" riep Huib. "Ze kunnen Goede Vaer niet
missen! Nou ga ik weer met pleizier aan den dans, al was het
vandaag! Gaat ge mede, Jonge Kees? En jij ook, Adriaan?"
"Houw en trouw!" was beider antwoord.
HOOFDSTUK XII
Daar werd gestreden.
Als bevelhebber van 78 oorlogschepen ging Tromp den eersten van
Wintermaand onder zeil. Tweehonderd koopvaarders hadden zich onder
zijne bescherming gesteld en na verloop van eenige dagen werd het
aantal schepen va
|