FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   >>   >|  
e een schip, kompeer?" vroeg mij een varensgezel. "Ja, hoe eer hoe liever!" gaf ik ten antwoord. "Ga dan maar mee," sprak hij. Ik volgde mijnen nieuwen makker en een half uur later was ik aan boord van de Drie Zusters, een flink oorlogsfregat.-- De bemanning was voltallig. De kapitein kwam aan boord en ... bedrogen mij mijne oogen? Wie was dat? Nog zoo jong, lang, veel ouder geworden, maar.... "Zeg eens, ouwentje," vroeg ik een mijner kameraads, "hoe heet de kapitein?" "De kapitein?" was het antwoord, "de kapitein? 'K zal dertigmaal eene reis om de wereld maken, als ik het weet! Ik ben hier ook pas! Zeg, jij daar met je bruine buis en je dunne spillebeenen, hoe heet de kapitein?"-- De aangesprokene keerde zich even om en zei: "Wou je 't weten?"-- "Ja, ik, ik wou het weten!" gaf 'k ten antwoord. "Welnu dan, hij heet Marten Harpertsz. Tromp." "Marten Harpertsz. Tromp uit Den Briel?" riep ik. "Je raadt het. Hij is de lieveling van onzen Onder-Ammiraal Pieter Pietersz. Hein. Hij heeft met hem twee malen bij de Spanjolen gevangen gezeten en ik geloof haast, dat de een niet buiten den ander kan!"-- Het was of het dek van de Drie Gezusters een kogel geworden was met zeep besmeerd. Ik kon haast niet blijven staan en alles draaide voor mijne oogen in het rond. Dat Marten Harpertsz. Tromp! Dat mijn vroegere speelkameraad! Dat op de Turksche zeeroover mijn slaapmakker, mijn gelijke! En nu--hij kapitein en ik--matroos!--O, die Zwijn, die Zwijn!--Hij was de schuld van alles! Ware die niet aan boord van De Bare geweest, dan, dan ... Maar daar kwam die oude Brielsche schoolmeester weer in mijne gedachten en het was of 'k hem nog hoorde zeggen: "Kwikkwik, janslik demp mijn oor is peperpit" of hoe dat Latijnsche spreekwoord heeten mag, maar dat zooveel moest beteekenen als: "De tijd die voorbijging is verloren!" We waren al veertien dagen in volle zee en hoe slim ik het ook menigmaal aangelegd had om Marten eens aan te spreken, het was mij niet gelukt. Zoo peinzende op een nieuw middel liep ik 's morgens op den vijftienden dag doelloos van stuurboord naar bakboord en keek maar gestadig op het dek. "Zoek-je wat, matroos?" klonk op eens eene stem naast mij. Het was die van Marten. "Neen, kapitein, maar, maar ..." "Nu, wat is het? Heb je wat te vragen?"-- "Ja, kapitein, maar, maar ik durf haast niet!" "Ben-je behekst, kerel? Ik ben toch geen haai! Vraag op, wat is het?"-- Ik beefde van, ja
PREV.   NEXT  
|<   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66  
67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   >>   >|  



Top keywords:
kapitein
 

Marten

 

antwoord

 
Harpertsz
 

geworden

 
matroos
 

vragen

 

geweest

 

Brielsche

 

schoolmeester


gedachten

 
janslik
 

Kwikkwik

 

hoorde

 

zeggen

 

behekst

 

Turksche

 

zeeroover

 

slaapmakker

 
gelijke

speelkameraad

 

vroegere

 
beefde
 

peperpit

 

schuld

 

spreekwoord

 

aangelegd

 
stuurboord
 

bakboord

 
menigmaal

spreken

 

doelloos

 

middel

 

morgens

 
vijftienden
 

gelukt

 

peinzende

 
gestadig
 

zooveel

 

heeten


beteekenen

 
veertien
 

voorbijging

 

verloren

 

Latijnsche

 

ouwentje

 

mijner

 

kameraads

 

bruine

 

dertigmaal