en neemt
twee groote ijzeren oorlepels houdt die aan de ooren en men geraakt op eens
in verrukking door de vroolijke Tolhuis-muziek.
Ik heb mij alles natuurkundig door den vriendelijken heer, die directeur
over het huis is, laten uitleggen en ik deel ter uwer ontwikkeling
hetzelfde mede, luistert dus:
Het instrument bestaat uit een electrieken magneet in een mahoniehouten
kast, en een dito dito in twee groote oorlepels een aan het Tolhuis en een
_te_ Amsterdam. Wanneer nu aan het Tolhuis het orkest bespeeld wordt, trekt
de magneet het muziek aan; de electriek brengt het over de gespannen draden
naar Amsterdam en als gij dan den magneet aan uw oor houdt, trekt uw
gehoorvlies de muziek weer uit den magneet in uw hersens waardoor het u
duidelijk wordt wat men speelt. Mij dunkt nu zult ge goed kunnen begrijpen
wat de Theelefoon is en bewonderend stilstaan voor dit wonder der
schepping, waaruit wij al weder de macht der Natuur en de ondoorgrondelijke
wijsheid der Voorzienigheid vernemen, dankbaar dat ons deze wonderen worden
geopenbaard door de dochter van Madam Angot, die men aan 't Tolhuis liet
spelen, raakte ik in vroolijke stemming.
De muziek was overheerlijk, maar ik vroeg of een stichtelijk lied ook over
de draden ging en de vriendelijke heer theelephoonde naar de muziekanten,
die "Uren, maanden, dagen, jaren" aanhieven, 't welk ik tot mijn
verwondering eveneens met de grootste natuurlijkheid hoorde wederklinken en
daarom met hoedafneming eerbiediglijk meezong. NB. Als men de Theelephoon
niet aan de ooren houdt, is het geluid niemendal, een omstandigheid die
nuttig is als men zaken wil zeggen die geheim zijn voor anderen.
Ook de wassenbeelden muziek uit het Panopticum zal men in de Theelefoon
kunnen hooren en al zoude het ook mijn laatste kwartje kosten, dit
kunstgenot moet ik nog eens smaken, want ook de ziel stemt daardoor tot
nadenken en eerbied voor de kwartgulden, dat heel goedkoop is heeft men wel
drie gulden genot.
Klaas heeft gehoord, dat er ook een verbinding zal gemaakt worden met het
Cafe-chantant, dit is jammer. Bij natuurwonderen behooren geen
lichtvaardige liederen en ik zou mij schamen als ik de onwelvoegelijke
dansen in mijn hersens trok door den electrieken magneet. Nadaniel beweert,
dat het Cafe-chantant niets onzedelijk is en dat ik er heen moet gaan,
omdat niemand het verzuimt. Waarde bloedverwanten, als ik het goed overdenk
_moet_ ik er toch wel naar toe, om Klaas er desnoods voor te kunne
|