ik voor mijzelf voelde mij zoo vroolijk en pleizierig als
ik in lang niet was weshalve ik Wien Neerlandsch bloed zong, waarin
Nadaniel de tweede stem vervulde, een omstandigheid waardoor Klaas
mankoliek werd en gevoelig begon te huilen. Aan ons gezang vermeidden zich
intusschen de andere bezoekers, die echter niet zingend instemden.
Hoewel ik de menigte die wij gedronken hadden op geen gering getal schat,
voelden wij geen zwaarte in het hoofd of in de beenen en erkenden dus de
deugdzaamheid der liekeuren en ook de goedkoopte, want 't proeven op
uitnoodiging kostte niets, weshalve wij meer genoten hadden dan betalender
wijs zou geschied zijn.
Aangezien er nog geen Elektriesieteit genoeg door de ondernemers wordt
geleverd en nog geen gasverlichting aanstekelijk is op 't terrein kunnen de
koffiehuizen enz. s'avonds, niemand ontvangen en moet het publiek een goed
heenkomen zoeken. Diensvervolgens gingen wij naar huis waar ik nu dezen zit
te schrijven terwijl de jongelui mij herinneren wat ik vergeet.
Vaartwel! morgen verder. Ook de schilderijen tentoonstelling hoop ik ter
bezichtiging te bezoeken waardoor mijn verblijf alhier wel een dag langer
zal duren. Schrijf me cito terug of alles goed gaat in de koomenij en weest
gegroet van uw waarde vader en bloedverwant. JORIS KOMIJN.
* * * * *
Derde Dag.
AMSTERDAM, Mei 1883.
_Waarde wederhelft, kinderen en nabestaanden!_
Ditmaal sta ik om zoo te zeggen met mijn mond vol tanden overwegende ik
weet niet waar te beginnen om u beschrijvend mede te deelen wat ik heden
mocht aanschouwen. Bijaldien gij gelooft dat ik overdrijf zult gij later
Klaas kunnen vragen en Nadaniel die mij heden redelijk wel voldaan heeft
aangezien hij beleefder is geweest dan vroeger en mij getrouwelijk heeft
uitgelegd wat ik niet wist; heb ik denzelven daarom een pond zoete
amandelmoppen beloofd welke gij mij zenden kunt, wordende dezelve hier te
Amsterdam niet vervaardigd in dezelfde kwaliteit als bij ons.
Heden bezocht ik het hoofdgebouw en stond onthutst over de groote variatie
van artikelen en uitstallingen die ik onmogelijk beschrijven kan, als
vorderend te veel tijd en te groote inspanning mijwaarts. Ik stip derhalve
met oordeel aan wat mij het meeste trof en beviel.
O! dierbare bloedverwanten van deze tentoonstelling is het eind weg, door
de veelheid der menigte zaken wordt een mensch duizelig en verward. Waar
zal ik u 't eerst over schrijven? I
|