FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201  
202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   >>   >|  
j had het genoeg bewezen tijdens den laatsten hongersnood, toen hij zijnen ganschen schat had uitgeput om de noodlijdenden te spijzen, zonder eenig onderscheid te maken tusschen de lieden der kroonsleenen en de lieden van Kerlingaland. De kastelein scheen te worstelen tegen een voorstel dat nog niet gedaan was. In alle geval moest hij voorzien dat zijn neef Burchard of anderen den graaf met hevigheid zouden beschuldigen; want hij haalde vele redenen aan, om te bewijzen dat de Isegrims alleen schuld hadden aan de grieven der Kerels en vorst Karel, zonder het te weten, door hen was bedrogen en misleid. Dan schilderde hij af hoe het geheele land, indien men den oorlog moest beginnen, met bloed en puinhoopen zou overdekt worden en alle welvaart voor vele jaren vernietigd. Bestonden er middelen om dit onheil nog af te keeren, het was de plicht der vergadering zulke middelen te beproeven. Na deze voorbereiding sprak hij van de hoop die men nog moest koesteren dat de graaf, indien men hem een aanzienlijk getal marken zilvers uit den gildeschat toestond, het noodlottig besluit zou intrekken. Wat was toch eene geldelijke opoffering, die in alle geval nog het tiende gedeelte van de kosten des oorlogs niet zou bereiken? Hij deed kennen dat de proost van St-Donaas in dien zin pogingen bij het hof had begonnen, en hij eindigde met het voorstel, hier slechts een voorwaardelijk besluit te nemen en de wapens niet op te vatten voordat men zeker ware van de mislukking aller min geweldige middelen. Deze vreedzame redevoering werd met een hevig gemor van afkeuring begroet. "Altijd dezelfde vrouwentaal!" riep Burchard. "Wij hebben reeds den strop aan den nek; geeft onzen vijanden dan den tijd om ons geheel te verworgen!" "Onze flauwheid stort Kerlingaland in het verderf. De vrijheid eischt bloed, geven wij ons bloed!" schreeuwde Disdir Vos, harder nog dan Burchard, die hem daarom de handen drukte. "De beurt is aan Alyn Van Ghistel", zeide de Voorman. Een zeer oud man stond op. Zijne gedachten, die hij zeer onduidelijk voordroeg, kwamen hierop uit, dat men zich wel in allerhaast ten oorlog hoefde te bereiden, doch niet nalaten mocht het middel tot verzoening te beproeven dat door den vorigen spreker was aangeduid. De vergadering hoorde zijne rede met onverschilligheid aan. "Mher Robrecht Sneloghe van Houthem mag spreken" riep de Voorman. Robrecht begon dus zijne rede: "Gezellen, velen uwer weten dat ik nauw vermaagdschapt
PREV.   NEXT  
|<   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201  
202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   >>   >|  



Top keywords:

Burchard

 

middelen

 

besluit

 

beproeven

 

Voorman

 

indien

 

oorlog

 

vergadering

 

Robrecht

 

lieden


zonder

 

voorstel

 

Kerlingaland

 

hebben

 

Gezellen

 

verworgen

 

Houthem

 

flauwheid

 
geheel
 

vijanden


spreken

 
vrouwentaal
 

mislukking

 

voordat

 

vatten

 

voorwaardelijk

 

slechts

 

wapens

 

vermaagdschapt

 
geweldige

begroet
 

afkeuring

 

Altijd

 

dezelfde

 
vreedzame
 
redevoering
 
eischt
 

aangeduid

 
kwamen
 

spreker


hierop

 

voordroeg

 

onduidelijk

 

gedachten

 

nalaten

 

bereiden

 

hoefde

 

allerhaast

 

vorigen

 

verzoening