FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225  
226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   >>   >|  
ch kunnen vergaderen. Kerlingaland is dus beslissend verloren, indien wij het niet redden door eenen stouten slag. Met goedkeuring van onzen graaf en veldheer Willem Van Loo, gaan wij dien slag wagen. Overmorgen, in den namiddag, geeft Karel van Denemarken eenen grooten maaltijd ter eere der twee gezanten, die vanwege den Keizer aan zijn hof zijn gekomen. Natuurlijk zullen de voornaamste Isegrims, de gezworene vijanden der Kerels, aan den disch zitten. Het feestmaal zal lang duren; de dagen zijn kort; het wordt vroeg donker. Welnu, een vijftigtal onbevreesde Houtkerels, meer, indien het noodig is, wachten slechts een bevel van ons, om bedektelijk in de stad te vergaderen. Wij stellen ons aan hun hoofd, sluipen, door de duisternis begunstigd, op den burg, stormen in de feestzaal, vallen op de Isegrims en dooden al de dischgenooten, behalve de afgezanten des Keizers ..." "En de graaf?" morde Robrecht ontsteld. "Onze eerste slag is voor Karel van Denemarken; hij vooral moet sterven, de dwingeland!" Mher Sneloghe sprong recht; hij was bleek en scheen te beven. "Maar het is een sluipmoord, eene afschuwelijke misdaad!" riep hij uit. "En gij hoopt dat ik mijne handen zal doopen in het bloed van vorst Karel? Bij verrassing? als een struikroover die nederstort op een weerloos slachtoffer? Nooit! nooit!" "Uw eed; gij zijt verbonden!" kreet Burchard. "Gij hebt mij bedrogen, door listige woorden mij verleid", wedervoer Robrecht. "Het is eene snoodheid. Ik moodenaar? Ha, nu begrijp ik uw mistrouwen en ik roem er op! Ja, heeren, gij waart rechtvaardig jegens mij, toen gij vreesdet dat ik zou weigeren deel te maken van zulk gruwelijk verbond." "Gij hebt gezworen en zijt slaaf van uwen eed!" zeide Ingelram Van Eessen. "Dien eed hebt gij door vuige list mij ontrukt. Ik verbreek hem. Hoe? Gij komt mij vragen of ik bereid ben mijn leven voor de vrijheid van Kerlingaland te wagen ... en nu eischt gij dat ik het helpe vermoorden door de schandelijkste euveldaad?... Ja, vermoorden! De gansche wereld zal tegen ons opstaan; de Kerels der Ambachten zelven zullen terugschrikken; de wapens zullen hunne handen ontvallen; uit schaamte zullen zij het hoofd buigen en moedeloos het juk aanvaarden, als eene rechtvaardige straf der ijselijke misdaad!..." "Gij hebt te Veurne onzen graaf Willem eene blinde gehoorzaamheid beloofd", zeide Burchard. "Ha, daarin bestaat vooral uw bedrog", wedervoer Robrecht met verontwaardiging. "Gij w
PREV.   NEXT  
|<   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   221   222   223   224   225  
226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   >>   >|  



Top keywords:

zullen

 

Robrecht

 

Kerels

 

vermoorden

 

vooral

 

Isegrims

 

Kerlingaland

 

vergaderen

 

indien

 

misdaad


Denemarken

 

wedervoer

 

Burchard

 

Willem

 

handen

 

weigeren

 

rechtvaardig

 

vreesdet

 
gruwelijk
 

heeren


jegens

 
woorden
 

verbonden

 

bedrogen

 

slachtoffer

 

listige

 

verbond

 

mistrouwen

 

begrijp

 
moodenaar

verleid
 

snoodheid

 

vragen

 

schaamte

 
buigen
 
moedeloos
 
ontvallen
 

Ambachten

 
opstaan
 

zelven


terugschrikken

 

wapens

 

aanvaarden

 

rechtvaardige

 

bedrog

 

bestaat

 

verontwaardiging

 

daarin

 

beloofd

 

ijselijke