FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216  
217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   >>   >|  
em dezen morgen van den balfaart sprak en de Kerels beklaagde, ontschoot eensklaps eene vonk van verontwaardiging zijnen oogen, en met eenen spotlach op de lippen, riep hij uit: "De balfaart? Nooit, nooit!" Hij bedwong zich even ras en ging morrend uit de kamer, alsof hij onwillig iets van het groote geheim had laten ontsnappen ... Gij zwijgt, Dakerlia. Begrijpt gij niet wat ik zeg? Immer dit treurig droomen!" "Ik begrijp", antwoordde jonkver Wulf. "Ach, indien mijn goede vader nog leefde! Hij wiens heldenmoed men roemde! Maar hij kan de vrijheid niet meer verdedigen; hij ligt in het koude graf." "Wees zeker, Dakerlia, het gaat oorlog worden." "Misschien." "Neen, twijfel er niet aan: mijn broeder heeft heden zijne beste wapenrusting overzien, en ze op eenen wagen bedektelijk naar Ravenschoot doen voeren. Dit beduidt toch wel iets, meent gij het niet?" En zoo, waarschijnlijk haar eigen vermoeden overdrijvend, spande de goede Witta alle mogelijke pogingen in om de gepeinzen harer vriendin van den dood haars vaders af te wenden. Het gelukte haar slechts bij poozen de aandacht van Dakerlia voor een oogenblik te vestigen, doch zij hield niet op en zette met vindingrijken geest hare liefdetaak voort, totdat het uur om ter rust te gaan was verschenen. Sedert het overlijden van Segher Wulf, sliep zij in Dakerlia's woning, om hare arme vriendin nimmer alleen aan hare treurnis overgeleverd te laten. Zij ontstak eene kaars en zeide: "Nu, Dakerlia, wij hebben lang genoeg gewaakt. De nachtrust versterkt den mensch. Wij zullen boven nog wat bidden." Maar nu werd de deur der kamer geopend, en Robrecht Sneloghe trad binnen. Hij ging tot zijne verloofde, drukte haar teederlijk de handen en sprak eenige zoete troostende woorden tot haar. Na eene wijl stilte zeide hij zeer ernstig: "Dakerlia, en gij, mijne zuster, ik bid u, luistert met aandacht op wat ik u ga melden. Morgen vroeg vertrek ik uit Brugge. Het is mogelijk dat er vele dagen, dat er weken verloopen voordat gij mij wederziet." "O, hemel, gij verlaat ons!" kreten de beide jonkvrouwen te gelijk, met angstige verrassing. "Blijft zonder de minste vrees", ging Kobrecht voort. "Ik heb alles voorzien en geschikt, opdat geen gevaar in mijn afwezen u bedreige. Trouwe, verkleefde dienaars zullen waken over uwe rust. Gebeurde er iets in de stad of in het land, dat u om meerderen steun of om eene veiligere schuilplaats deed wenschen, gaat naar den burg. In den S
PREV.   NEXT  
|<   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216  
217   218   219   220   221   222   223   224   225   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   >>   >|  



Top keywords:

Dakerlia

 

zullen

 

vriendin

 

balfaart

 

aandacht

 

Sneloghe

 

eenige

 

Robrecht

 

teederlijk

 

geopend


stilte

 

drukte

 

woorden

 

handen

 

troostende

 

verloofde

 

binnen

 

nachtrust

 
treurnis
 

alleen


overgeleverd

 
ontstak
 

nimmer

 

Segher

 

overlijden

 

woning

 

bidden

 

mensch

 

versterkt

 
hebben

genoeg
 

gewaakt

 

ernstig

 

afwezen

 
gevaar
 
bedreige
 
Trouwe
 

dienaars

 
verkleefde
 

Kobrecht


geschikt

 

voorzien

 

schuilplaats

 

wenschen

 

veiligere

 

Gebeurde

 

meerderen

 

minste

 

zonder

 

Brugge