FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173  
174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   >>   >|  
wel heerschte er tusschen de saamgedrongene volksschaar een luid geschater, een bruisend gemor, dat slechts van het vroolijk ongeduld der toeschouwers getuigde. Eensklaps veranderde dit verward gerucht in een lang gejuich, in eenen galmenden zegekreet, waarboven de roep: "Leve de graaf! Heil graaf Karel!" met meer kracht zich verhief. De vorst was boven de Love van zijn paleis verschenen en had plaats genomen onder het verhemelte van rood brocade, dat daar was opgericht. Nevens hem stonden twee wapenboden met gevlagde bazuinen; van wederzijde zaten de kamprechters; en verder op deze verhevene gaanderij hielden zich de ridders van 's graven hof. Het sein zou welhaast worden gegeven. Segher Wulf moest dan een oogenblik van mismoed of van angst ondergaan; want hij sloot mher Sneloghe in zijne armen en zeide hem met ontroerde stem: "Robrecht, mijn zoon, niemand weet wat God zal beslissen. Heden kan mijn laatste dag zijn. Een oud krijgsman als ik vreest den dood niet; maar ik ben vader, mij beeft het hart bij de gedachte dat mijne lieve Dakerlia alleen op de wereld zou blijven. Ach, ik smeek u, doe mij de belofte dat gij haar, indien ik bezwijk, uw leven lang zult blijven beminnen; dat gij haar een trouwe echtgenoot zult zijn, een goede broeder, een liefderijke beschermer!" "De hemel zal het recht de overwinning gunnen", antwoordde Robrecht, "maar, hoe het zij, mher Wulf, elke klop van mijn hart zal toegwijd blijven aan het geluk van uw kind." "Dit is mij genoeg: ik heb vertrouwen in uwe oprechtheid, mijn zoon. Vergeten wij nu dat wij vader zijn om nog eens de onverschrokken krijgsman te worden dien men vroeger roemde om zijne behendigheid. Keert het lot der wapens tegen mij, ik sterf voor de eer van mijn geslacht en voor de vrijheid van mijn land!" Een eerste bazuingeschal verwittigde de kampers dat zij zich tot den aanval moesten bereiden. Men hield hen te paard en gaf hun de lange speer in de hand. Zij naderden tot de koorden van den krijt. Eene doodsche stilte heerschte tusschen de menigte. Nu de toeschouwers de kampers op hunne paarden konden zien zitten, drong een gevoel van medelijden in veler harten voor Segher Wulf. Hij scheen wel sterk gebouwd; maar zijn tegenstrever geleek een reus en was een gansch hoofd grooter dan hij. "Heb betrouwen in Gods bescherming!" zeide Robrecht, die nevens het paard van Segher Wulf stond. "Heb goede hoop: Dakerlia zit geknield voor het kruisbeeld en bidt voo
PREV.   NEXT  
|<   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173  
174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   >>   >|  



Top keywords:
Robrecht
 

Segher

 

blijven

 
worden
 

kampers

 
krijgsman
 

Dakerlia

 

heerschte

 

tusschen

 

toeschouwers


behendigheid

 
volksschaar
 

onverschrokken

 

vroeger

 

roemde

 

eerste

 

bazuingeschal

 

verwittigde

 

vrijheid

 
geslacht

saamgedrongene

 

wapens

 
bruisend
 

toegwijd

 

antwoordde

 

beschermer

 

overwinning

 
gunnen
 

Vergeten

 
oprechtheid

geschater

 

vertrouwen

 

genoeg

 

bereiden

 
geleek
 

tegenstrever

 

gansch

 
gebouwd
 

medelijden

 

harten


scheen

 
grooter
 

betrouwen

 

geknield

 

kruisbeeld

 

bescherming

 

nevens

 

gevoel

 

moesten

 

liefderijke