spanningsoord, maar ligt heel
mooi te midden van een bosch. Zoo dicht bij een stad zou men niet
een dergelijke "wildernis" verwachten. Alleen de rijwegen zijn goed
onderhouden, voetpaden vindt men er bijna niet. Het bosch staat voor
iedereen open, men mag loopen waar men wil, verboden wegen zijn er
niet, men mag er bloemen plukken zooveel men lust heeft; maar van
't vernielen van planten is geen sprake, want de Finnen leeren van
hunne jeugd af aan zorg te dragen voor het algemeen eigendom.
Hoegholmen, het "hooge eiland", is de dierentuin, waar de rendieren,
die daar in vrijheid rondloopen, wel het merkwaardigst zijn.
Ik trof het niet, dat in Helsingfors alle openbare gebouwen wegens de
zomervacantie gesloten waren. Oude gebouwen vindt men er in 't geheel
niet; maar de moderne vertoonen een zeer merkwaardigen stijl. Dit
is de "nieuwe finsche stijl", die voornamelijk symbolistisch is;
de huizen zijn versierd met allerlei mystieke gedrochten, die in
het Kalevala, de Volkssage der Finnen, worden genoemd. De bouw van
de huizen schijnt terug te gaan op een stijl, die in overoude tijden
in Finland gebruikt werd; dit heeft mij de bekende finsche architekt
Eliel Saarinen zelf verteld. Al die nieuwe huizen hebben een naam, aan
het Kalevala ontleend. Een van die gebouwen is de finsche schouwburg,
waarop de Finnen zeer trotsch zijn en waarin nationale stukken gespeeld
worden door hun groote tooneelspeelster Aino Acte.
Mist men in Helsingfors de oude gebouwen, nog eigenaardiger is het
wellicht, dat er geene achterbuurten zijn: de huizen van rijken en
armen staan naast en door elkaar.
Als vervoermiddel in de stad heeft men de electrische tram, maar
meestal maakt men gebruik van een van de vele rijtuigen, die overal
gereed staan. Het rijden in Helsingfors is zoo goedkoop, dat ook
de volksklasse er gebruik van maakt. De rijtuigen, alle voorzien
van gummibanden, zijn kleine victoria's, waarin slechts voor twee
magere personen plaats is; de rugleuning is bizonder laag. Het paard,
op russische manier aangespannen, loopt vlug, zelfs daar, waar het
in de heuvelachtige straten bergop gaat. De koetsier heeft ongeveer
dezelfde kleeding als die, welke ik in Reval zag en bedient zich zeer
zelden van het korte zweepje, waar hij gewoonlijk op zit.
De winkels leveren over 't algemeen niets eigenaardigs op, behalve
die waar sloejd-voorwerpen en homespun kleeden worden verkocht. Die
kleeden zijn dikwijls versierd met kunstige steken of met
|