p mij gemaakt hadden.
Op een anderen avond heb ik een boerenfamilie bezocht. We reden er
heen op een paar kleine karretjes met woeste paarden er voor; de weg
was slecht en bij gedeelten heel steil, zoodat ik er verbaasd over
was, dat we niet omrolden. Mijne vrienden echter vonden den weg nog
betrekkelijk goed: "buiten kan men geene betere wegen verwachten!" Ik
werd zeer hartelijk ontvangen op de boerderij, maar ik kon met niemand
praten. Later hoorde ik, dat de bewoners der hoeve zeer vooruitstrevend
zijn; twee zoons studeeren.
Zooals de meeste finsche buitenhuizen, is het huis waar ik gelogeerd
heb, van hout; bijna alle kamers zijn gelijkvloers. Het ligt op een
heuvel en van uit de woonkamer heeft men een aardig uitzicht op den
tuin, het bosch en het meer. Die kamer is zeer eenvoudig ingericht
en wordt alleen voor de maaltijden gebruikt en als het regent. Bij
goed weer is men den geheelen dag buiten of op de galerij voor het
huis. Voor regendagen is er een welvoorziene boekenkast en vindt
men een paar gemakkelijke stoelen; ook de schommelstoel, die in het
noorden zooveel gebruikt wordt, is voorhanden. De buitendeur heeft
geen nachtslot, ook blinden ontbreken; de huissleutel hangt zelfs dag
en nacht aan een spijker buiten aan de deur; wel een bewijs, dat de
bewoners der dorpen te vertrouwen zijn. Men hoort slechts zeer zelden
van inbraak of diefstal, werd mij verteld.
Het buiten leek mij een klein paradijs in de wildernis, geheel van
de buitenwereld afgesloten. Maar dat werd me met een spottenden
blik dadelijk tegengesproken; dat was echt midden-europeesch
gezegd. Afgezonderd leeft men volstrekt niet, zoo werd ik onderwezen,
als men twee maal per dag de boot ziet voorbij varen. En nu werd
me verteld van een plaats, waar men slechts eens per week de "post"
kon halen in een dorp, dat eerst na twee uur roeien te bereiken is.
De dorpen in de buurt liggen in eene boschrijke, heuvelachtige en
waterrijke streek; daar, waar men de meren niet ziet, doet de natuur
heel even aan Zwitserland denken. De boerenwoningen zijn donkerrood
geverfd met witte raam- en deurkozijnen en gootlijst. Van binnen zijn
ze zeer eenvoudig ingericht en buitengewoon zindelijk. Een groot
gedeelte van het vertrek wordt door de steenen kachel ingenomen,
waarop verschillende zitplaatsen zijn aangebracht. De meubels
zijn eenvoudig en hebben geen bizonderen stijl; antieke stukken
komen zeer zelden voor, ik zelf heb er geen gezien. Bijna elk huis
heef
|