FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  
. Hij had donker zwarte oogen en hij scheen de gewoonte te hebben het rechter steeds half gesloten te houden. Zijn gelaat was vol en bijna zoo rond als een appeltje, en men kon het hem zoo aanzien, dat hij al vast niet aan den haal zou gaan, als de Spanjool kwam, maar wakker meekloppen. Hij zag ons eenige oogenblikken aan, en toen hij bemerkte, dat wij geen van beiden een woord spraken, vroeg hij: "Wie van u beiden is de zoon van onzen kapitein?" "Dat ben ik!" antwoordde Marten. "Zoo, zoo, dat is al vroeg aan het varen! En kunt ge al wat lezen, schrijven en rekenen, ja, of hebt ge uwen tijd verluierd?" "Ik kan wel wat; maar ik zal bij vader nog meer leeren!" sprak Marten. "Dat is goed, dan zie ik u nog eens kapitein of misschien wel meer nog! En gij, jongen, hoe heet gij?" Deze laatste woorden richtte hij tot mij, en ik antwoordde: "Huib Maerlant" "Ei, ei, heet je vader dan Jacob Van Maerlant en is hij niet een excellent poeet?"-- Mijn vader een poeet? hield hij mij voor het lapje? Naderhand heb ik wel eens gehoord, dat een vierhonderd jaren geleden ergens in Vlaanderland die poeet moet geleefd hebben, maar toen wist ik daar niets af. "Mijn vader is matroos, en vaart op de Oostzee!" zeide ik. "Ei, ei, matroos, en jij in zoo'n mooi pak?" Mijne goede Moeder had hare laatste spaarpenningen uitgegeven om mij eene nette uitrusting te geven. "Als ge zoo slordig gekleed zijt," had ze mij gezegd, "dan zal kapitein Tromp niet willen hebben, dat je met zijnen zoon omgaat! En dat moet toch; want als dat niet en gebeurt en ge wordt bij en onder de matrozen gerekend, dan groeit er nooit iets van je, jongen!"-- Op de verwonderde vraag van den zeeman antwoordde ik daarom: "Moeder gaf mij dit pak, omdat Marten mijn speelkameraad is!"-- "Zoo, zoo, je speelkameraad! En kan je ook lezen, schrijven en wat rekenen, zooals onze Marten of zooals die poeet, die dan toch zeker wel van je maagschap zal zijn! Misschien is die man ook al lang dood! Ik houd mij met die poeterij niet op. Als ik te schrijven heb, dan doe ik het liefst met mijn degen, die spat nooit en moet ook nooit vermaakt worden!"-- "Ja, ik kan nog niet lezen en ik zou juist op het schrijven gegaan zijn, toen ik van school af moest!"-- "Hm, hm, maar als jij dan niet gauw begint te leeren, dan zal Marten niet zoo heel lang je dagelijksche kameraad kunnen wezen, manneke! Ze zeggen wel eens voor een spreekwoord, dat Hans door zijne domheid voortk
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  



Top keywords:
Marten
 

schrijven

 

kapitein

 
hebben
 

antwoordde

 
speelkameraad
 

rekenen

 

zooals

 

Moeder

 

matroos


jongen

 
laatste
 

Maerlant

 

leeren

 

beiden

 

groeit

 

verwonderde

 

zeeman

 

gesloten

 
steeds

houden

 

gerekend

 
daarom
 

gebeurt

 

gezegd

 

gekleed

 

slordig

 
uitrusting
 

willen

 
gelaat

zijnen

 

omgaat

 

matrozen

 

Misschien

 
dagelijksche
 

kameraad

 

kunnen

 
begint
 

manneke

 

domheid


voortk

 
zeggen
 

spreekwoord

 

school

 

poeterij

 

gewoonte

 

maagschap

 

rechter

 

liefst

 

gegaan