FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  
is ook weer besjouwt. En uw vrouw verdient, dat zy haar Zoon nog eens Vice-Admiraal ziet; hoe lief zy hem heeft, weten wy wel: maar de Vrouw sprak verstandig. Ja, Domine, jy bent een man naar myn hart. Zie, ik hou om de dood niet van dat falievouwen, en ik kan my zo satans nydig maken, als ik daar zo hoor klagen en stenen, en van _Tranendal_, en van een _elendig leven_ enz. praten. Hoor, God de Heer is maar veel te goed tegen zulke ondankbare kniezers en zuurkykers. 't Is goed, dat zy met Abraham Blankaart niet te doen hebben, ik zou dat bangziende Volkje wat anders leren. Zie daar, daar ben ik nu zes en vyftig jaar oud, en als ik zo by my zelf zit, zeg ik: wel lieve God, wat al weldaden heb ik, zondig mensch, evenwel van u ontfangen! Ik ben met weinig begonnen, ik moest voor een oude Moeder en een zieke Zuster het brood winnen, en zie daar, ik ben ryk, ryker dan ik elk aan den neus hang; ik ben gezont als een visch. Ik sta daar, als Govert in den dans, omringt van al myn jonge lui; daar is Edeling en zyn Vrouw, daar is myn Willem met zyn Vrouw; daar is Cobus, daar zyn ze zo allemaal om my; elk houdt meer van my als de ander. De kleinen klimmen tegen my op, en halen de suikerde duiten uit myn zakken; en als Abraham Blankaart maar eens kugt, of wat stil is, dan is de drommel op stelten: 't is of elk vreest, met my gelyk te zullen aftrekken, zo is het er te doen. Daar zyn die brave Weduwen; wel, ik ben er als broer in huis; daar is Domine Smit en zyn Vrouw, op de handen zouden zy my dragen; en wat doe ik toch, dan 't geen myn pligt is, en dat ik altoos wel te vreen ben? want vrees God en doe wel, zo veel gy maar kunt, dat is het allemaal. Wat zegt gy, Domine?--Maar hoe doen nu de klagers? Altyd kyken zy bang; altyd vrezen zy, dat zy te kort zullen komen; zy houen van niemand, en niemand van hun. _Op zulke Watertjes vangt men zulke Vischjes_. Maar onze lieve Heer (die maar veel te goed is,) krygt den schuld. Dan is het te heet, dan is het te koud; dan is alles zo duur, dan komt er geen staartje Visch aan de markt. Summa summarum, die Lelykeis zyn nooit te voldoen: en 't zal my benieuwen, of het in Gods hemel ook wel van passen voor hun zyn zal; maar ik denk niet, dat wy daar met hen zullen opgescheept zyn. Wat denkt gy er van, Domine? Kyk, denk ik, die God niet in blijdschap dient, kan niet in den Hemel komen, want hy doet niets uit liefde tot God. Hy loopt daar over deeze kostelyke aarde, die zo keurlyk is opgesiert, net
PREV.   NEXT  
|<   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   >>  



Top keywords:

Domine

 

zullen

 

Abraham

 

Blankaart

 

niemand

 

allemaal

 
vrezen
 

klagers

 
vreest
 
aftrekken

stelten

 
drommel
 
zakken
 

besjouwt

 
handen
 

zouden

 
dragen
 

Weduwen

 
altoos
 

blijdschap


passen

 
opgescheept
 

liefde

 

keurlyk

 

opgesiert

 

kostelyke

 

schuld

 

Watertjes

 

Vischjes

 

Lelykeis


voldoen

 

benieuwen

 

summarum

 
staartje
 
hebben
 

zuurkykers

 

ondankbare

 

kniezers

 

bangziende

 

Volkje


vyftig

 

Admiraal

 
anders
 

satans

 
falievouwen
 
praten
 

elendig

 
Tranendal
 
verstandig
 

klagen