FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   >>   >|  
MEVR. LINDE. Dus heusch niet van hem? NORA. Neen, dat verzeker ik je. Dat is nooit een oogenblik in mij opgekomen.... Bovendien toen had hij ook nog geen geld ... hij heeft pas later geerfd. MEVR. LINDE. Nou, dat was maar heel gelukkig voor jou, geloof ik, Nora-lief. NORA. Neen, dat is nog nooit in mij opgekomen om dokter Ranker om te vragen.... Anders ... ik weet zeker dat als ik er om vroeg.... MEVR. LINDE. Maar dat doe je natuurlijk niet. NORA. Neen natuurlijk niet. Ik geloof niet, ik kan mij niet voorstellen dat het noodzakelijk zou kunnen worden. Maar ik ben er zeker van, dat als ik met dokter Rank sprak.... MEVR. LINDE. Buiten je man om? NORA. Ik moet dat andere uit de wereld hebben ... dat is ook buiten hem om. Daar moet ik zien af te komen. MEVR. LINDE. Ja ... ja ... dat zei ik gisteren ook, maar.... NORA (_loopt op en neer_). Een man kan zoo iets veel beter klaar spelen dan een vrouw.... MEVR. LINDE. Als het je eigen man is, ja. NORA. Och leuterpraat. (_blijft staan_). Als iemand alles betaalt wat hij schuldig is dan krijgt hij immers zijn schuldbekentenis terug? MEVR. LINDE. Ja, dat spreekt. NORA. En dan kan je die in honderd-duizend-stukken scheuren en verbranden ... zoo'n ellendig smerig papier! MEVR. LINDE (_kijkt haar strak aan, legt haar naaiwerk neer en staat langzaam op_). Nora, je verbergt iets voor me. NORA. Kan je mij dat aanzien? MEVR. LINDE. Er is iets met je gebeurd sedert gisteren ochtend. Nora, wat is er? NORA (_naar haar toegaand_). Kristine! (_luistert_). Sst! Daar komt Torwald thuis. Wacht, ga zoo lang bij de kinderen zitten. Torwald kan dien naairommel niet uitstaan. Laat Anna-Marie je helpen. MEVR. LINDE (_neemt een gedeelte van haar werk mee_). Ja ... ja ... maar ik ga niet weg, voor wij eens openhartig gepraat hebben. (_Af naar links; tegelijkertijd komt Helmer van het portaal_). NORA (_loopt hem te gemoet_). O, wat heb je je lang laten wachten, lieve Torwald. HELMER. Was dat de naaister? NORA. Neen, dat was Kristine; zij helpt mij mijn costuum in orde maken. Je zult eens zien hoe mooi ik zijn zal! HELMER. Ja, was dat nu niet een gelukkige inval van mij? NORA. Prachtig! Maar ben ik nu ook niet lief dat ik je zin doe? HELMER (_zijn hand onder haar kin leggend_). Lief ... omdat je je man zijn zin doet? Nou, jij dwaasje, ik weet wel dat je het zoo niet meent. Maar ik wil je niet hinderen; je moet zeker gaan passen. NORA. En jij heb
PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   >>   >|  



Top keywords:

HELMER

 

Torwald

 

gisteren

 

natuurlijk

 

hebben

 

geloof

 

dokter

 

opgekomen

 

Kristine

 

sedert


ochtend

 

openhartig

 

toegaand

 

luistert

 

gepraat

 

zitten

 

uitstaan

 

naairommel

 
kinderen
 

gedeelte


helpen

 
costuum
 

leggend

 

Prachtig

 

gelukkige

 

hinderen

 

passen

 

dwaasje

 

wachten

 
Helmer

portaal
 

gemoet

 

naaister

 

gebeurd

 
tegelijkertijd
 
betaalt
 
worden
 

kunnen

 
voorstellen
 

noodzakelijk


Buiten

 

andere

 

wereld

 

buiten

 

Anders

 

vragen

 

Bovendien

 

oogenblik

 

heusch

 

verzeker