FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  
n, en verjongd en verfrischt door het geluk. Hare appelroode kaken bloosden nog meer dan anders, en de gefriseerde haarkrullekens hingen in de kalme zon fijngoudig op het witte voorhoofd. Ze zat daar in al dat lawaai alsof ze er niet bij behoorde, en als Pallieter, die nevens haar los en vrij zijn eten verorberde en zijn pijpen smoorde, haar iets vertelde, dan keek ze naar omlaag, en kwam er over heel heur gelaat een hevige blos, en een gelukkige glimlach op haar lippen; maar als Nonkel Hanrie, haar vader, dan weer tot Pallieter over honing en mest voortpraatte, dan gingen haar oogen over de tafel rond, en knikte zij ingenomen en wat verlegen naar kennissen en familie. Zij roerde bijna de spijzen of het bier niet aan, maar at uit een der vele fruitmandekens, die op tafel stonden, een malsche perzik of peuzelde aan een okkernoot. Pallieter zag haar alzoo in al heuren rijken, kinderlijken eenvoud zitten; hij had een jagend hert er van, en had met haar alleen willen zijn. Hij was opgewonden. "Kom, wille w'er stillekes van onder muize?" Maar dan zei ze van nog te wachten, dat ze nu nog niet dierf heengaan om de feest niet te storen; en dan kwam er weeral versch eten, werden er nieuwe liederen gezongen en de glazen nog eens gevuld. Zoo bleven ze zitten. Op een ton, met een pot bier aan zijn voeten, zat een scheele vent maar aanhoudend en onverschillig harmonika te spelen. Fransoo kon zijn oogen van heel dien kleurenrijkdom niet slaan. Al die boerenkoppen, die bijna nooit iets anders dan aarde geroken hadden, en er kostelijk naar gevormd waren. "Elke kop is goud waard," zei Fransoo. De zijden pompadoeren sjaals wemelden en blonken; het zwaar goud schitterde en al die hagelwitte kanten mutsen, het zilverblond haar der jonge deernen, de bonte foulards der mannen, en een heidergroene dragondersoldaat, dat was een feest voor een schilder; en en dan! er was veel zwart, zijden en katoenen zwart dat die koleuren en de vruchten op tafel nog feller blinken deed. "O!" riep Fransoo tot Pallieter. "Bruur, zoe iet vinde ni meer van hier toet China! Och, hoe kolossaal!" En de zon, die meer en meer binnenschoof, gaf er een grooter weelde en een inniger leven aan. De pastoor zijn kletskop blonk hevig af tegen de blauwe verte der mastebosschen, en Charlot zat te zweeten van gulzigheid en plezier. Mariekes grootmoeder, nevens haar gezeten in zwart krakende zijde en strooien hoed met breede linten op, hield haren
PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

Fransoo

 

nevens

 

zitten

 

zijden

 

anders

 

mannen

 

foulards

 

deernen

 

mutsen


schitterde

 

blonken

 

hagelwitte

 

wemelden

 

pompadoeren

 

kanten

 

sjaals

 

zilverblond

 
kostelijk
 

harmonika


onverschillig

 
spelen
 

aanhoudend

 

voeten

 

scheele

 

kleurenrijkdom

 

gevormd

 

hadden

 

geroken

 
boerenkoppen

blauwe
 

mastebosschen

 

Charlot

 

inniger

 
pastoor
 
kletskop
 
zweeten
 

gulzigheid

 
breede
 

linten


strooien

 

Mariekes

 

plezier

 

grootmoeder

 

gezeten

 

krakende

 

weelde

 

grooter

 

blinken

 

feller