rrassen,
die het paleis dragen, eene meerdere oppervlakte van tachtig voet:
zijnde een totaal van driehonderd voet voor het terras, waarop het
paleis was gebouwd. Deze cijfers schijnen de verbeelding van den abt
te hebben ontvlamd: de driehonderd voet worden tot drieduizend voet
voor het geheele monument. Het is maar een nul te veel, doch het
maakt nog al eenig verschil!
De stad Merida, met de bouwstoffen der indiaansche stad opgetrokken,
heeft, als alle spaansche steden in de Nieuwe-Wereld, de gedaante van
een groot dambord, gevormd door rechte straten en zuiver vierkante
blokken huizen. In het midden bevindt zich een groot plein, dat thans
in een soort van square is herschapen, met eene waterlooze fontein,
dorre en verschroeide bloemperken, en jonge boompjes, in welker schaduw
misschien het verre nageslacht eens zal mogen wandelen.--De eene zijde
van dit plein wordt ingenomen door het stadhuis, een groot gebouw met
twee galerijen boven elkaar, en volkomen gelijkende op alle stadhuizen
in de spaansche kolonien. Daar tegenover verrijst de kathedraal, die
inderdaad een monument mag worden genoemd voor eene stad, welke thans
eene bevolking telt van dertigduizend zielen, maar waarschijnlijk
nog geen tienduizend inwoners had toen deze kerk werd gesticht. Het
heiligdom dagteekent toch uit de laatste jaren der zestiende eeuw,
toen de kolonie nog pas in haar opkomst was en over zeer weinig
hulpmiddelen had te beschikken: de inwoners moesten waarlijk voor hunne
godsdienst veel over hebben om de zware onkosten van dit werk te kunnen
bestrijden. De kerk, in 1598 voltooid, kostte vijftienhonderd-duizend
francs: eene som, die gelijk staat met omstreeks vijftien millioen,
naar de tegenwoordige geldswaarde berekend.--De voorgevel wordt ter
wederzijde geflankeerd door twee sierlijke torens; het inwendige maakt
een grootschen indruk: het bestaat uit drie ruime schepen, waarvan de
gewelven gedragen worden door twaalf kolossale zuilen in het midden,
en door twintig anderen van gelijke afmeting, die ten deele in de
muren gevat zijn. In de zijschepen bevinden zich kleine kapellen;
en het geheel vertoont dien stempel van soliediteit, die aan alle
gewrochten der veroveraars eigen was.
Ten zuiden van het plein staat het huis van Francisco de Montejo:
dit huis, het oudste van Merida, is eene kostbare herinnering uit de
eerste tijden der verovering: het werd in 1549 gebouwd. De zuilen ter
wederzijde van de deur dragen twee spaansche soldate
|