FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64  
65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>   >|  
Het en is hier geene schoone zonneschijn en warm weer lijk ginter. Het regent of sneeuwt hier alle dagen en het is stijf koud. Nu beminde Alfons met deze woorden neem ik van u afscheid niet met het hart maar wel met de pen en blijf in afwachting op uwe volgende brieven. Voor altijd uwe verkleefde vrouw ROSALIE." * * * * * XXVII. Eenige dagen verliepen. Rozeke had weer een brief ontvangen, maar hij behelsde weinig nieuws. Alfons berichtte dat het weer ginder nog altijd even mooi bleef, maar hij was eens beneden door de kleine stad gaan wandelen en vond er het volk zoo verschrikkelijk vuil en lui.--"Ik en zou ginter toch niet willen leven voor geen geld van de wereld," zoo schreef hij, "want zoo een smerig volk als ginter daar hebt ge geen gedacht van. Ze zitten op de zulle van hun huis of te midden van de straat mallekaars luizen en vlooien te vangen en ulder waschgoed hangt allemaal uit de vensters of dweers over de straat op koorden te drogen en het ziet er percies zoo vuil en zoo grauw uit lijk of het nooit gewasschen was geweest. Het zijn lijk koolzakken die uit de veinsters hangen." Verder vertelde hij dat er "ginter" toch ook al niet veel nieuws meer te zien was na de eerste dagen en dat men al heel gauw genoeg had van al dat rijk "volk" in hun zomerkleeren en van al die schoone "voituren" en "odemobielen" die veel te veel stof opjoegen en de wegen voor de voetgangers gevaarlijk maakten. En, naar aanleiding van automobielen, schreef hij iets dat Rozeke zeer verbaasde en haar met een onheilspellend voorgevoel ten opzichte der jonge barones vervulde. "Dezen nuchtink", schreef hij, "is mevreiwe mij weer komen bezoeken en zij was zoo vriendelijk en heeft mij zulke schoone goede vruchten meegebracht, maar, beminde vrouw, weet gij wat ik toch aardig vind: dezen achternoen ben ik eens boven op den berg gaan wandelen en wilt gij eens weten wie ik daarboven op den hoogen weg gezien heb? mijnheer den baron in zijnen odemobiel met nog eenen heer en met twee vrouwspersonen waarvan geen eene de barones was. Zij stonden voor eenen schoonen grooten cafe waar kerels met roode kazakken aan buiten onder een serre op violen stonden te spelen en zij hadden al te samen danig veel leute, maar de gezichten en de manieren van die twee vrouwen stonden mij toch hoegenaamd niet aan. Er loopen er hier zoo vele van die soorte en ik vrees dat den baron daar in geen goed gezelschap was. Ik
PREV.   NEXT  
|<   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64  
65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   >>   >|  



Top keywords:

ginter

 

schoone

 

stonden

 

schreef

 

barones

 

Rozeke

 

wandelen

 

nieuws

 

straat

 

beminde


altijd
 

Alfons

 

vriendelijk

 
meegebracht
 
vruchten
 
aardig
 

aanleiding

 
automobielen
 

maakten

 

gevaarlijk


odemobielen

 

opjoegen

 

voetgangers

 

verbaasde

 

vervulde

 

nuchtink

 

mevreiwe

 

onheilspellend

 

voorgevoel

 

opzichte


bezoeken
 
mijnheer
 
spelen
 

violen

 

hadden

 

kerels

 

kazakken

 

buiten

 
gezichten
 
soorte

gezelschap

 

loopen

 
manieren
 

vrouwen

 
hoegenaamd
 

daarboven

 
hoogen
 

achternoen

 

gezien

 
schoonen