FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94  
95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  
Waarom ging ze zoo goed als nooit naar den akker? Waarom kwam ze zoo zelden in de schuur en in de stallen? Andere boerinnen die, evenals zij, het ongeluk hadden gehad op jeugdigen leeftijd weduwe te worden, spanden zich in om desnoods alles zelf te beredderen. Zou zij dat dan ook niet kunnen? Zij schaamde zich over een tekortkoming aan plicht, die nauwelijks in de pas geleden smart van haar groot verlies eenige verontschuldiging kon vinden en nam het wilskrachtig besluit daar onverwijld volkomen verandering in te brengen. Het was juist stil en rustig met den zondag, het oogenblik was gunstig om al vast alles eens in oogenschouw te nemen. Vaprijsken was na 't middagdutje weer naar 't dorp gegaan en zou waarschijnlijk als naar gewoonte, eerst vrij laat in den avond terugkeeren; ook Smul zou zeker haar niet komen hinderen; wie wist ook of hij in 't geheel nog ooit terug kwam? en Meleken was thuis om op de kinderen te letten. Zij zei aan 't dienstmeisje dat zij eens even rond ging loopen en trok meteen de velden in. Daar lagen ze, de schoone landouwen van vruchtbaarheid, in groote, vierkante of langwerpige partijen verdeeld: de naakte, hier en daar reeds omgeploegde stoppelvelden van de afgemaaide rogge, met de lange, lange rijen overeind-gekruiste schoven als omstrengelde gestalten in roerlooze aanbidding en liefde; de rijpende havervelden met hun miljoenen en miljoenen neerhangende klokjes, als zooveel stil-harmonisch klingelende, gouden belletjes; de goudgele tarwevelden, strak en statig opgerezen in stevige halmen, met de gesloten weelde van al hun rechtopstaande, nog gesloten aren. En daartusschen strekten zich in zacht geflonker, als groote tapijten van deftigen rijkdom, de malsche velden van roze-of-paarsbloeiende klaver en de fleurige aardappelakkers uit, forsch opgewassen in hun donker groen met overal de witte en lichtlila trosjes van hun bloementooisel, als ontelbare levende en rustende vlinders, stil-genietend van hun vrede in den zacht-dalenden avondglans. Het was alles zoo rijk en zoo heerlijk; de verre boomen die den horizon omlijstten stonden daar zoo kalm en zoo sterk en zoo prachtig; de hemel was zoo blauw, de zomervogels zongen zoo verrukkelijk, zoo zeker van hun veiligheid in 't milde van de lange schoone dagen; en zij genoot van alles met een zachten wellust, vaag-bedwelmd door de aromas die alom uit de eerste, teere avondnevelen opstegen, en met een zweem van dankbare wroeging dacht ze hoe ze toch
PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94  
95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   >>  



Top keywords:

gesloten

 

Waarom

 

velden

 

schoone

 

miljoenen

 

groote

 

tapijten

 

neerhangende

 

overeind

 

strekten


aanbidding
 

deftigen

 

geflonker

 
malsche
 
klaver
 
fleurige
 

aardappelakkers

 
havervelden
 

paarsbloeiende

 

rijkdom


roerlooze

 

liefde

 

daartusschen

 

harmonisch

 

statig

 

opgerezen

 

schoven

 

tarwevelden

 

omstrengelde

 

belletjes


klingelende
 
goudgele
 
stevige
 

halmen

 

gekruiste

 

rechtopstaande

 

weelde

 

klokjes

 
rijpende
 
zooveel

gestalten

 

gouden

 
rustende
 

zachten

 
genoot
 

wellust

 
bedwelmd
 

zomervogels

 

zongen

 
verrukkelijk