FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  
't wiegje brengend. Hij zei geen woord meer. Hij keek zijn kinderen lang aan, met starren klik, en keerde zich toen om. Zijn wenkbrauwen stonden gefronst, zijn kin beefde. Geen enkelen klank meer uitten zijn bleeke, bibberende lippen.... * * * * * XXXI. Zij wist het nu, hij kon niet meer genezen.... De dokter had het haar moeten zeggen, de pastoor was zijn biecht komen hooren en had hem de laatste sacramenten toegediend en 't einde naderde.--Haar oogen waren uitgeweend en 't laatste greintje hoop was in haar hart verbrijzeld. Dof was het in haar, dof en grauw als de doodsche, grauwe winterlucht die om het boerderijtje hing. Leven of sterven, 't was haast eender, want zijn leven was geen leven meer. Hij lag te bed, hij kwam er niet meer uit. Hij lag, wasgeel, met langen, zwarten baard en groote, donkere oogen, hijgend met half open mond te staren naar het eenig kleingeruite raampje van het voute-kamertje. Uren en uren, half op zijn rechterzij gekeerd, lag hij te staren door de groenachtig-grijze, in lood gevatte ruitjes, als zag hij dingen daar, gebeurtenissen, die zijn gansche aandacht in beslag namen. Hij zag iets van zijn erf, hij zag de roze muren en de grijze deuren van zijn schuur en stallen. Hij woonde iets van 't dagelijksch leven en den steeds terugkeerenden arbeid op de hoeve bij, hij zag Vaprijsken door de breede, openstaande wagenpoort dorschvlegelen in de schuur en Smul die af en toe met wagen of met kar op en af den boomgaard reed. En elken middag, tusschen twaalf en een, kwam men hem het lieve veulentje vertoonen, op 't gras, vlak voor het raampje van zijn ziekenkamer. Dat was het lang verwachte oogenblik van heel den dag. Hij leunde even op zijn elleboog, door Rozeke met kussens in den rug gesteund; hij zag van verre Smul met het beestje uit den stal komen en hij glimlachte om de wilde sprongen die het dadelijk maakte, om 't vlug geflikker der vier witte, huppelende pootjes en om de groote inspanning van Smul, die het bijkans niet in bedwang kon houden. Maar eindelijk, daar was het, daar stond het voor zijn raampje, snuivend en krabbend met zijne fijne hoefjes, kijkend in de ruitjes met zijn schoone wilde oogen en zijn recht-gespitste ooren, alsof het hem in 't bed zag liggen. En in stille verrukking keek hij naar het lange, fijne hoofd met glinsterend-witte bles over den neus en kort-kroezende, rosachtige manen; en uit de verte, in den stal, ho
PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  



Top keywords:

raampje

 

groote

 

staren

 

laatste

 

schuur

 

ruitjes

 
grijze
 

ziekenkamer

 

vertoonen

 

veulentje


Vaprijsken
 

breede

 

openstaande

 

wagenpoort

 

steeds

 

terugkeerenden

 

arbeid

 

dorschvlegelen

 
middag
 

tusschen


twaalf

 
verwachte
 

boomgaard

 

schoone

 

kijkend

 
gespitste
 

hoefjes

 
eindelijk
 

snuivend

 

krabbend


liggen

 

kroezende

 

rosachtige

 

verrukking

 

stille

 

glinsterend

 

houden

 
gesteund
 

beestje

 

dagelijksch


kussens
 
Rozeke
 

leunde

 
elleboog
 
glimlachte
 
sprongen
 

pootjes

 

huppelende

 

inspanning

 

bijkans