FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  
broeders, dempten met inspanning hun zuchten en hun tranen. Moeder bleef maar even buiten. Zij schetste een kruisteeken over den doode, tot vaarwel, en keerde stil terug bij Rozeke. Het Geluw Meuleken hield in 't achterhuis de kinderen bezig. Langzaam, in stil gefluister van woorden, werd de kist over een stroo-laag op den wagen geschoven. Smul en Vaprijsken gingen er rechts en links, als wakers, naast zitten. Boer Lauwe's paardeknecht tilde zich op den rug van een der paarden; en langzaam, stapvoets, in plechtige stilte door den kleinen stoet van familieleden en buren gevolgd, reed de wagen van het erf. Het was een zonnige, frissche, winderige vroege-voorjaarsdag. Glanzend-witte wolken dreven hoog en vlug in 't heldere, gezuiverde, als 't ware frisch-gewasschen hemelsblauw en de nog bladerlooze, heen en weer gezwiepte boomenkruinen klaagden zacht en piepten. Als een donkere, op elkaar gedrongen kudde liep de kleine rouwstoet achter den zacht-schommelenden wagen: de enkele vrouwen van het hoofd tot de voeten gehuld in haar lange, zwarte, door den wind soms klapperend-opwaaiende kapmantels; de mannen in hun korte buisjes, de handen in hun broekzakken en de schouders opgetrokken voor de kou. Bij den eersten kruisweg hield de wagen even stil en allen baden met gebogen hoofden en gevouwen handen, om de booze geesten te bezweren. In 't ruischen van den hoogen wind krasten rondzwervende zwarte kraaien. Ginds verre, over de bloote uitgestrektheid van de velden, rees spits de grijze kerktoren, waarin het dooden-klokje tampte, eentonig-aanhoudend, nu eens sterk en dan weer zwak gedragen door den wind, als een halsstarrig, steeds herhaald geroep.... * * * * * XXXII. Toen begon langzaam weer de dagelijksche gang van het gewone leven.--Rozeke was beter en zat op in de keuken. Moeder was weg. La zou nog een poosje blijven om in 't huishouden te helpen. De voordeur ging open en voor de derde maal, dien ochtend, stak Smul van achter 't houten schut zijn hoofd naar binnen. Hij trad heelemaal naar voren toen hij eindelijk Rozeke ontwaardde, bleek en mager, met witte kussens achter den rug in den leunstoel waar destijds Alfons zat bij het vuur, en vroeg haar: "Wa goan we nou doen, bezinne, mee die partij achter de Vlierbeum: zoen we doar eirdappels planten of zoen we 'r suikerijen zoaien?" Die eenvoudige vraag bracht Rozeke heelemaal van streek, deed haar plotseling weer beseffe
PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  



Top keywords:

Rozeke

 

achter

 

heelemaal

 

zwarte

 

langzaam

 

Moeder

 

handen

 

herhaald

 

gedragen

 

steeds


halsstarrig
 

keuken

 

dagelijksche

 
gewone
 
geroep
 
waarin
 

kraaien

 
rondzwervende
 

uitgestrektheid

 

bloote


krasten

 

hoogen

 

geesten

 

bezweren

 

ruischen

 

velden

 

aanhoudend

 

eentonig

 

tampte

 

klokje


grijze
 
kerktoren
 
dooden
 

houten

 

bezinne

 

partij

 

Vlierbeum

 

Alfons

 
eirdappels
 
planten

streek

 

bracht

 
plotseling
 

beseffe

 
eenvoudige
 

suikerijen

 
zoaien
 

destijds

 

ochtend

 
voordeur