FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   >>  
weken verloopen, maanden misschien, en mijn arme vader zal zoolang in het kot blijven. Ach, dat wij toch niets van hem vernemen! God weet, Meken lief, is vader niet ziek van verdriet!" "Gaat gij nu weder krijschen, Sander?" "Ik krijsch niet, Meken, maar het is toch te wreed!" "Ja, kind, het is onmensenschelijk en wreed. Ze zien uwen vader dus aan voor eenen schrikkelijken booswicht? Ons zoo onmeedoogend beletten, hem te bezoeken en te troosten; zelfs niet toelaten, dat wij vernemen of hij gezond of ziek is! Eilaas, kind, ik begin somwijlen ook te denken, dat hij onrechtvaardig zou kunnen veroordeeld worden.... Gij krijscht weder, Sander? Dan spreek ik niet meer." Mie-Wanna had haren stap vertraagd en zeide nu verwijtend tot de blinde: "Moeder, moeder, waarom laat gij onzen Sander niet gerust? Heeft het kind dan niet genoeg aan zijn eigen verdriet? Komt beiden voort en zwijgt liever: wij hebben toch niets troostends te zeggen." "Nu, nu, ik zal wat spoediger gaan," antwoordde de oude vrouw; "maar ik kan toch zoo stom mijn bitter wee niet verkroppen. Spreken ontlast het hart." "Ween niet langer, Sander lief," zeide Mie-Wanna. "Zoohaast wij in de stad een huis om in te slapen hebben gevonden, zal ik op den loop gaan. De meestergast van het smidswerkhuis, die uwen vader altijd een vriend was, zal mij helpen. Wij zullen niet rusten, voordat men mij toelate, uwen vader te bezoeken. Vond ik hem gezond, kon ik hem troosten, ach, dit ware nog een groot geluk in ons bitter verdriet! Ik ken ook nog eenen heer die tegenwoordig was, toen uw vader uit opoffering zijne linkerhand verloor. Deze heeft hem alsdan hoog geprezen en hem zijne bescherming beloofd. Ik zal tot hem en tot nog anderen gaan, en hemel en aarde verroeren om bij uwen vader te geraken. Laat de hoop, dat ik zal gelukken, u troosten, en kom nu maar goed door zonder veel te spreken. En gij, Meken, houd u wat stil; het helpt er toch niet aan, dat gij de kinderen doet krijschen. God is meester, en, legt Hij ons een kruis op de schouders, hoe zwaar en hoe pijnlijk ook, wij moeten het met onderwerping dragen. Onze klachten kunnen ons droevig lot niet veranderen; van Zijnen heiligen wil alleen hangt het af. Zwijgen en in stilte bidden is nog het beste, dat wij kunnen doen." Van dan af spraken zij zeer weinig meer en stapten met zooveel spoed voort als de onzekere gang der blinde grootmoeder het toeliet. Toen zij den steenweg hadden bereikt en eene groote
PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   >>  



Top keywords:
Sander
 

verdriet

 

kunnen

 

troosten

 

bezoeken

 
gezond
 
hebben
 

blinde

 

bitter

 

krijschen


vernemen

 
tegenwoordig
 

gelukken

 

spreken

 

zonder

 

geraken

 

geprezen

 

opoffering

 

linkerhand

 

verloor


alsdan
 

bescherming

 

beloofd

 
verroeren
 
anderen
 
klachten
 
spraken
 

weinig

 

stapten

 

zooveel


Zwijgen

 
stilte
 

bidden

 

hadden

 

steenweg

 
bereikt
 

groote

 

toeliet

 

onzekere

 
grootmoeder

alleen

 

schouders

 

meester

 
kinderen
 

pijnlijk

 

moeten

 

veranderen

 

Zijnen

 

heiligen

 
droevig