FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>  
t gevaren sedert mijn vertrek; dan zal ik u van ernstige dingen spreken." De bedrukte vrouw scheen hem te begrijpen; want zij schudde het hoofd koortsig, als kwame zij in opstand tegen haar verdriet, en antwoordde haastig: "De notaris was gisterenavond zeer slecht. Men vreesde, dat hij den nacht niet zou doorbrengen. Grootmoeder is niet ziek geworden. Ik heb haar en de kinderen moed gegeven en getroost door de hoop, dat gij zult vrijgesproken worden. Ik had zelve de koorts van schrik en wanhoop; maar ik gevoelde wat ik als moeder te doen had, en veinsde mij sterk om de anderen te troosten. Er is een nieuwe baanwachter benoemd...." "Eilaas!" zuchtte Jan Verhelst, "onze lieve waggon, ons hoveken, ons land, de school van onzen Sander, verloren, verloren voor altijd! Wij waren te gelukkig; het kon niet blijven duren.... Ga voort, Mie-Wanna." "De nieuwe baanwachter is een goedhartig man; hij wilde ons in den waggon laten wonen tot na de uitspraak van het gerechtshof; maar de lieden van Bolderhout vervolgden ons onmeedoogend en deden mij en onze onnoozele kinderen zooveel smaad aan, dat wij besloten hebben, hier in de stad een paar kamerkens te huren." "Maar, o hemel, vrouw, hoe zijn de lieden van Bolderhout eensklaps zoo boos en zoo wreed geworden, zij, die ik aanzag voor de beste menschen der wereld?" "Het is de schuld van Mr. Frederic Vereecken. Die loopt nu van den morgen tot den avond rond om iedereen tegen u en tegen ons aan te hitsen. Zie, Jan, ik heb het nooit gedacht; maar Mr. Frederic is een slecht mensch, en zeker, de Heer van hierboven zal hem straffen voor het kwaad, dat hij ons aandoet." "Ach, Mie-Wanna," mompelde de baanwachter, "de arme jongeling ziet zijn vader sterven. Hij meent, dat ik de oorzaak ben van zijnen dood. Hij was altijd zoo goed en zoo minzaam voor ons. Waarlijk, de smart doet hem dwalen; ik heb medelijden met hem." "Slechts twee vrienden zijn ons op de wereld trouw gebleven in ons ongeluk," hernam de vrouw. "En God heeft ons eenen edelmoedigen beschermer gezonden om ons te troosten. Het zijn Jacob, de hovenier van den notaris, de schoolmeester van Sander en de substituut van het tribunaal. Wat is dit toch een goedhartig heer! Hij was het, die mij eene kaart gaf om u te mogen bezoeken. Ik zal hem zegenen tot op mijn doodbed. Hij heeft u insgelijks in de gevangenis getroost, niet waar?" Jan Verhelst antwoordde niet en scheen zijne krachten tot eene plechtige samenspraak te v
PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>  



Top keywords:

baanwachter

 

Verhelst

 

scheen

 
geworden
 

kinderen

 
Bolderhout
 

lieden

 

troosten

 
nieuwe
 
getroost

Frederic

 

antwoordde

 
notaris
 
Sander
 
verloren
 

wereld

 

goedhartig

 

waggon

 

slecht

 
altijd

straffen

 
jongeling
 

hierboven

 

mompelde

 

aandoet

 

iedereen

 
schuld
 
Vereecken
 

menschen

 

samenspraak


aanzag

 

morgen

 

gedacht

 

plechtige

 

mensch

 

hitsen

 

edelmoedigen

 
zegenen
 

beschermer

 

gezonden


doodbed
 

ongeluk

 
hernam
 
bezoeken
 
tribunaal
 

substituut

 

hovenier

 
schoolmeester
 
gebleven
 

gevangenis