FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  
driaan Damhout. "Toen ik jonger was, woonden mijne ouders op Ledeberg. Wij hadden een hoveken. Ik liet er eten en drinken voor; den geheelen Zondag nanoen was ik aan het werk, en ik had de schoonste aurikels en de schoonste violieren van geheel het voorgeborcht." Zij kwamen in den tuin; hij was niet zeer uitgestrekt; maar de paden slingerden liefelijk, de zon scheen mild op een gedeelte des gronds, en er was zulk een overvloed van bloemen, dat de meisjes de handen boven het hoofd hieven en vooruitspringende riepen: "Ho, wat is dit hier schoon en frisch! en welke zoete geuren!" Meer rustig, in schijn ten minste, wandelde Bavo met zijne ouders door de paden, toonde hun al de bloemen, plukte hun takjes van geurig kruid en bracht hen zoo onder een looverhuisje, waar zij zich lachend nederzetten, om het gezicht des tuins een oogenblik op hun gemak te genieten. Hier stond op de tafel een porseleinen pot met tabak, die er bij nederhing, en daarnevens lagen vier of vijf lange Hollandsche pijpen. "Zie," murmelde Adriaan verwonderd, "ik wist, dat M. Raemdonck soms eene sigaar rookt; maar het is waar, zooals men zegt, vele heeren rooken te huis op hun gemak eene pijp." "Gij begrijpt niet, vader," bemerkte Bavo. "Mijnheer heeft de tabak en de pijpen daar doen zetten, opdat gij volgens uwen lust hier zoudt kunnen rooken." "Onmogelijk, Bavo." "Hij heeft het mij zelf gezegd, vader. Gij moet rooken om hem plezier te doen." "Welke goedheid toch! Dan zal ik het maar wagen; want de tabak ziet er bijzonder goed uit. Een trek of drie: het is slechts om onzen edelmoedigen meester te voldoen." Hij ontstak zijne pijp, deed den rook in wolkjes tot onder het loover van het prieel klimmen, en zeide dan glimlachend en blijde: "Lekkere tabak! Wat zijn die rijke menschen toch gelukkig. Ziezoo, op deze bank met het gezicht op dien schoonen hof en met mijne pijp in den mond, zou ik mijn leven willen slijten." "Gij bedriegt u, vader," wedersprak hem Bavo. "Er is nog iets, dat gij zoudt doen." "Ja, uit visschen gaan, niet waar? Dit doe ik uitnemend gaarne; het zou mij dienen om mijn vermaak een beetje af te wisselen." Onderwijl waren de beide meisjes nog altijd bij de bloemen; ze moesten ze een voor een zien, ze vergelijken en over hunnen geur en over hunne schoonheid oordeelen. Vader Damhout legde zijne pijp neder; hij zou ze straks voortrooken; maar nu moest men het ongeduld der moeder voldoen en het huis bezichtige
PREV.   NEXT  
|<   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104  
105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

bloemen

 

rooken

 
pijpen
 

meisjes

 

voldoen

 

gezicht

 

schoonste

 

Damhout

 

ouders

 

kunnen


ontstak
 

prieel

 

volgens

 

loover

 

wolkjes

 

goedheid

 

gezegd

 

slechts

 

meester

 

Onmogelijk


edelmoedigen

 

bijzonder

 

klimmen

 

plezier

 

schoonen

 

altijd

 

moesten

 

hunnen

 

vergelijken

 
Onderwijl

vermaak

 
dienen
 

beetje

 

wisselen

 

ongeduld

 

bezichtige

 

moeder

 

voortrooken

 

straks

 

oordeelen


schoonheid

 

gaarne

 

uitnemend

 

gelukkig

 

menschen

 

Ziezoo

 

glimlachend

 
blijde
 

Lekkere

 

visschen