FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   >>  
dat wij allereerst gaan drinken...." "Wat is dit?" kreet Amelia, het oudste meisje. "Die suikerletters op de taart? Weet gij, moeder, wat er op te lezen staat?" "Ha, ha, lang leve Christina, onze goede moeder! Dit staat er op!" kreet Bavo, zijn glas in de hoogte heffende. "Het is heden haar naamdag. Lang, lang moge zij leven!" "Lang, lang moge zij leven!" herhaalden de anderen, hun glas in de hoogte heffende. "Wat zonderlinge gedachte van Bavo, u in dit huis te besteken!" juichte Amelia. "Ha, dit is aardig!" "En nu, moeder," zeide de jongeling op plechtigen toon en met eenen traan van geestdrift in de oogen, "nu gaat degene, die u alles verschuldigd is op de wereld, zijne geleerdheid, zijn geluk, zijne toekomst, u een geschenk doen, een geschenk, waarvan hij sedert zijne kindsheid heeft gedroomd, aan u en aan den armen fabriekwerker, die voor zijnen zoon heeft geslaafd en geleden. Gij hebt dit huis gezien, den hof, de bloemen, de netten? Dit alles hoort u toe. Ik heb het huis gehuurd, ik heb de meubelen gekocht. Hier zult gij wonen. Vader mag niet meer werken; hij zal zijn pijpje rooken, bloemen kweeken, gaan visschen. Wij zijn rijk, ik ben meester-klerk, ik win vierduizend franken! God zij gezegend, dat Hij mij toelaat uwe liefde te beloonen. Moeder, vader, zet u op uw gemak: gij zijt ten uwent!" Vrouw Damhout was zoo diep getroffen, dat zij eenen steun op de tafel zocht, als ging zij bezwijmen; maar zij richtte zich weder op, vloog haren zoon om den hals en drukte hem met koortsige teederheid aan haar kloppend moederhart. Damhout, stom van verbaasdheid, stortte blijde tranen, de meisjes klapten in de handen en dansten met uitgelatenheid.... Toen Bavo dien avond weder nevens zijne moeder in het andere huis zat, was hij sedert eene wijl zeer stil en als treurig. Hij zeide haar, dat hij zeer vermoeid was; maar vrouw Damhout zag wel, dat iets anders zijnen geest benevelde. Zij murmelde eindelijk met teruggehoudene stemme: "Bavo, gij denkt aan iemand. Ik insgelijks, mijn zoon. Wanneer men zoo gelukkig is, niet waar, dan zou men al degenen, die men ooit heeft bemind, willen gelukkig zien?" "Ja, moeder," antwoordde hij, "de mensch is zijne gedachten niet altijd meester; maar het beteekent niets. Het is eene herinnering mijner kindsheid, die tegen mijnen dank opwelt in mijn hart." XII Op eenen Zondag, bij het vallen van den avond, verlieten eene reeds bejaarde vrouw en een jong meisje de e
PREV.   NEXT  
|<   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106  
107   108   109   110   111   112   113   114   >>  



Top keywords:

moeder

 
Damhout
 

gelukkig

 

meester

 

kindsheid

 

sedert

 

geschenk

 

bloemen

 

Amelia

 

meisje


hoogte

 

heffende

 

zijnen

 

andere

 

nevens

 

teederheid

 

drukte

 

bezwijmen

 

richtte

 

koortsige


treurig

 

meisjes

 

tranen

 

klapten

 

handen

 

dansten

 

blijde

 

stortte

 

kloppend

 

moederhart


verbaasdheid

 

uitgelatenheid

 
Wanneer
 
mijner
 

herinnering

 

mijnen

 

beteekent

 

antwoordde

 

mensch

 

gedachten


altijd

 

opwelt

 

bejaarde

 

verlieten

 

vallen

 

Zondag

 

murmelde

 

eindelijk

 

teruggehoudene

 
stemme