FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195  
196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   >>   >|  
" haastte zij zich er bij te voegen, "maar zeg mij slechts, of ik juist heb gegist." "Neen, waarom zou ik het je niet vertellen?" antwoordde Warenka: "Ja, er is een herinnering aan verbonden en die was eenmaal treurig. Ik beminde iemand en heb het dikwijls voor hem gezongen." Kitty zag haar zwijgend en ontroerd, met groote oogen aan. "Ik beminde hem en hij mij, maar zijn moeder was er tegen en hij trouwde een ander. Hij woont thans niet ver van ons en ik zie hem somtijds. Gij hadt wel niet gedacht, dat ik ook een roman heb gehad?" vroeg zij, en nauwelijks zichtbaar ontglom in haar schoon gezichtje dat vuur, dat, zooals Kitty besefte, haar vroeger eenmaal geheel moest doorgloeid hebben. "Waarom zou ik dat niet gedacht hebben? Als ik een man was, zou ik, als ik u eens had leeren kennen, niemand meer kunnen beminnen. Ik begrijp maar niet, hoe hij u om zijn moeder heeft kunnen verlaten en ongelukkig maken. Hij heeft geen hart gehad." "O, zeg dat niet! Hij is een goed mensch en ik ben niet ongelukkig, in tegendeel, ik ben zeer gelukkig. Maar vandaag willen we niet meer zingen," voegde zij er bij en wendde zich naar het huis toe. "Hoe goed zijt gij, hoe goed!" riep Kitty uit, hield haar terug en kuste haar. "Als ik toch een beetje op u kon gelijken!" "Waarom moet gij op iemand gelijken? Zoo als gij zijt, met uw zacht en weemoedig lachje, zijt gij beminnelijk," antwoordde Warenka. "Neen, ik ben nergens goed voor. Nu, ik smeek u, zeg mij ... Wacht, laat ons gaan zitten," zeide Kitty en zette zich op een bank neder; "zeg mij, vindt ge niets beleedigends in de gedachte, dat een man uw liefde versmaad heeft, dat hij met ..." "Hij heeft ze in het geheel niet versmaad; ik ben overtuigd, dat hij mij heeft bemind, maar hij was een gehoorzame zoon...." "Als hij nu evenwel niet uit gehoorzaamheid aan zijn moeder, maar uit eigen aandrift ..." zeide Kitty en besefte te gelijk, dat zij haar geheim had verraden, ten minste, dat haar schaamrood gelaat haar nu verried. "Dan zeker had hij slecht gehandeld en ik zou in 't geheel niets meer voor hem gevoeld hebben," antwoordde Warenka, die begreep, dat er nu geen sprake meer was van haar, maar van Kitty. "Maar de beleediging," bracht Kitty in, "de beleediging kan men niet vergeten." De herinnering aan het laatste bal, aan de pauze voor den cotillon kwam haar weer voor oogen. "Welke beleediging? Gij hebt toch niet slecht gehandeld?" "O, erger dan slecht,--beschamend
PREV.   NEXT  
|<   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195  
196   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212   213   214   215   216   217   218   219   220   >>   >|  



Top keywords:

antwoordde

 

geheel

 
beleediging
 

Warenka

 
moeder
 

hebben

 
slecht
 

gehandeld

 
besefte
 

gedacht


gelijken

 
ongelukkig
 

iemand

 
herinnering
 
kunnen
 

eenmaal

 

Waarom

 

beminde

 

versmaad

 

gedachte


beleedigends
 

liefde

 
lachje
 
beminnelijk
 

nergens

 
weemoedig
 

zitten

 

gelaat

 

laatste

 
vergeten

sprake
 

bracht

 
beschamend
 

cotillon

 

begreep

 
gevoeld
 

gehoorzaamheid

 

aandrift

 

evenwel

 

overtuigd


bemind

 

gehoorzame

 

gelijk

 

geheim

 

verried

 
schaamrood
 

verraden

 

minste

 

trouwde

 
somtijds