FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
lden zich afgezonderd in hunnen hoogmoed, maar de gezellen uit dezelfde buurt zaten den linkschen hoek vol en loechen en praatten onder elkaar en, ze begekten den ouden Filie die vandage zijne geboden kreeg van den preekstoel om de aanstaande week te trouwen ... met een meisje dat hij al veertien jaar vrijde! Ze bespraken dat boerinnetje rechts en links, met al de gissingen in het leven der aanstaande echtelingen en den toestand der oude hofstede waar ze gingen inwonen. En Filie, de oude jonkman, zat daar zelve bij en hij luisterde dat af, goeloos, met een onnoozelen monkellach zonder een weergekkend woord uit te laten. En de luide, jolige leute ging al hooger bij elke nieuwe spotspreuk. Bintsdien grepen de grove handen naar versche borrels op 't schenkschaalken en de koperen vuurpot deed alsaan de ronde om nieuwe pijpen te ontsteken. De klap ging elders onbezorgd, vrij, lustig, vriendelijk. Onder makkers werd afgesproken hoe men den achtermiddag zou overbrengen, naar wat gehucht of welken hoek of herberg of waar ze malkaar zouden vinden om te schieten, te bollen of te kaarten. Dan stonden zij bij benden recht en vertrokken gezamenlijk; maar in de "Gouden Leerze" wilden, ze nog eerst binnen bij Leentje, het geestig dochterken. Daar bleven zij staan lanterfanten bij den disch en taterden tegen 't mesje dat vrij meegiechelde, terwijl heur poezelige hand met de flesch het klokkend geneverwater klaar als gesmolten ijs, perelend de glazekes volschonk. Ze gaarde de stuivers in den zak van haren netten voorschoot. Vandaar vertrokken de gasten te veldewaard elk naar zijn huis en 't dorp bleef leeg en dood, lijk bij wekedage als ieder in zijn huis en aan 't werk is. Odo en Andre ontstaken eene laatste pijp en gingen ook hunne wegen korten. Zij moesten langs denzelfden kant en daardoor was het sedert lange jaren gewoonte geworden samen naar huis te gaan. Ze praatten stil en schaars lijk menschen die malkaar veel zien en niets nieuws te zeggen hebben. Maar ze rookten duchtig fel om de koude en als ze aan 't houten kappelleken kwamen waar hun wegen verscheen liepen: --Wat schikt gij te doen, vandage? vroeg Andre. --Weet niet. --'t Weer is te goed om te slapen heel den dag. 't Regende of sneeuwde nu al zes zondagen aan een eind; zouden we niet een tochtje te peerde doen? De beesten staan daar, ze zullen er deugd van hebben en de wegen zijn goed. --Voor mij niet gelaten, meende Odo. --We moeten er nu gebruik van ma
PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:

gingen

 

zouden

 

hebben

 

malkaar

 
vertrokken
 
nieuwe
 

vandage

 

aanstaande

 

praatten

 

laatste


ontstaken
 

moeten

 
dezelfde
 
gezellen
 

korten

 
sedert
 

gewoonte

 

daardoor

 
moesten
 
denzelfden

wekedage

 

linkschen

 
gaarde
 

volschonk

 
stuivers
 
glazekes
 

perelend

 
loechen
 
gesmolten
 

netten


gebruik
 
voorschoot
 

Vandaar

 

gasten

 

veldewaard

 

geworden

 

slapen

 

afgezonderd

 

Regende

 

hunnen


hoogmoed
 

sneeuwde

 

beesten

 
peerde
 
zullen
 

tochtje

 

zondagen

 

schikt

 

nieuws

 
zeggen