FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
ingekort zoodat ze al door 't bosselken reden waar de wind tusschen de ronkruttelende boomkes joeg en kwam bijten tegen 't wezen van de ruiters. En zij wiebelden voort op den rug van hun slapdravende peerden. Dan, meteen stronkelde Vinie's schimmel en viel met korten slag, den kop stuikend op den grond en Vinie wat verder. En ter zelfder tijd voelde Odo in 't verschot twee sterke handen die zijn been grepen zoodat hij bijna uit den zadel keerde. Onderwijl zag hij eenen kerel Vinie bespringen--maar daarbinst was hij 't verschot te boven en hij gaf zijn eigenen aanvaller een striemenden slag met de rijzweep in 't gezicht en zonder overleg, sloegen zijne hielen de sporen in 't peerd dat wipte in grooten sprong vooruit en los uit de handen der aanvallers. Daar hoorde hij Vinie kermen onder 't geweld van de slagen die hij kreeg. De razernije welde toen in Odo op en hij kwam nu eerst tot bezinning van 't geen er gebeurende was. --'t Zijn jaloerschaards! jongens van 't dorp, die ons willen kwaad uitgeleid doen! In een wrong keerde hij zijn peerd, hij riep een duchtigen "Ho!" en was al beneden. Hij greep en tastte en sloeg naar de zwarte mannen en zonder zijn peerd los te laten, sleurde en gooide hij blindelings met de eene vrije hand, dat 't al scheurde en kraakte waar hij aankwam. In de hitte van 't gevecht voelde hij iets schribbelen in den hals, maar gaf er in de hitsige drift geen acht op en door de vliemende pijne stampte en sloeg hij al woedender. z'Hadden hem ruggelings besprongen en nu hij zich omsnapte om met slaande hand zijn kerel te betalen, waren ze al weg en zijn razende gramschap moest hij uitvechten in de ijdele lucht. Vinie kwam recht nevens zijn peerdeken dat hij ophielp. --Ze zijn ontsnapt! riep Odo, ze zijn weg, verdoeme! en zijne gramte wierp hij nu op Vinie omdat de aanranders er zoo goed van af waren. --Waarom liet ge u slaan, laffe kerel?! Ge ligt daar op den grond als een weerloos kalf en gij laat ze booten op uwen rug! Vinie raasde binnensmonds en hield de handen aan de vermorzelde leden. --Smerig boerenvolk! schold hij, met al hun vrouwengetrek, dat ze nog wisten wien ze vermoorden! hadt gij er maar wat meer van gekregen! Wat heb ik daarin te zien? Odo stond te lachen met den armen kerel en toen eerst voelde hij die vochtigheid en warmte in den hals en de hand waarmede hij tastte zag hij klaar bloed. Hij grolde zijne woede uit en zijne onmacht. --'k Ben gesteken! Als ik maar wist wie
PREV.   NEXT  
|<   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:
handen
 

voelde

 

keerde

 

zoodat

 

verschot

 
zonder
 
tastte
 

ophielp

 

peerdeken

 
vliemende

ontsnapt

 

hitsige

 
aanranders
 

gramte

 

verdoeme

 
schribbelen
 

slaande

 
betalen
 

Hadden

 
ruggelings

omsnapte

 

razende

 

besprongen

 
woedender
 
stampte
 

ijdele

 

gramschap

 
uitvechten
 
nevens
 

warmte


waarmede

 
vrouwengetrek
 

wisten

 

schold

 
boerenvolk
 

Smerig

 

grolde

 

vermoorden

 

daarin

 
lachen

vochtigheid

 
gekregen
 

vermorzelde

 

weerloos

 

gesteken

 

onmacht

 

raasde

 

binnensmonds

 

booten

 
Waarom