FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
de vuist op tafel dat de glazen rinkelden en 't dreunde met zijn felste stem: --Ezels zijt ge allemaal, vervaarde strooventen, zeekers van ver! ze slaan ons dood langs den weg; maar we zullen zien wie er den boer van den Doorn durft aanpakken! Wie er zal piepen? Wie heeft er met mij te doen? met messen of zonder? Hij wond zijne woede op omdat zijne woorden geen weerklank en vonden en de omstanders hem met vervaarde gezichten aanstaarden, verpaft door dien plotsen uitval. Hij gooide den baas, die hem wilde inhouden, tenden over den vloer en dat werd 't begin van den aanval. --En gij, trunterik, durft gij nu nog den mond roeren van 't Meulenhof? ik verpletter u! Hij sprong met gelokene vuisten naar Andre. Op dien eigensten stond wist hij zijn doen uitzinnig; hij zocht naar tegenstand om zijne woede eene reden te geven, maar 't bleef allemaal stil en zijne woorden kregen een valschen klank door de herberg--maar omdat 't spel begonnen was wilde hij voortdoen en dien kerel daar haatte hij en nu liever dan later, moest er een gevecht van komen. --Mijn meissens zijn 't! de mijne, en allebei, en steekt er de handen aan, durft ge! Andre zat bleek van 't verschot en nu nog maar seffens, raadde hij waarop zijn dronken makker doelde, zonder alevenwel te weten wat er gebeurd was. Hij wilde Odo sussen, trachtte hem te overhalen om samen naar huis te gaan. Maar de andere brieschte al luider: --De mijne alle twee! Zijne vuisten dreigden en hij greep naar al wat onder zijne handen kwam. Hij wilde woorden vinden die kwetsten en tergen zouden, om alzoo eenen kamper te vinden die zich tegen hem stellen zou. --En uwe zuster, schreeuwde hij Andre in 't wezen, uwe zuster, ik lache met uwe zuster, bindt ze bij 't werkvolk om te.... Andre's gelokene vuist zwaaide kort en viel den lasteraar in 't wezen, zoodat de leelijkheid die hij ging uitbraken hem in de kele bleef. Daarop ontstond eene schorming van armen en lijven; al de boeren schoten toe, maar in een wenk lag Odo overmand ten gronde en met drie, vier sleepten zij den dronken ruziemaker naar buiten. De deur sloot hem op straat en daar zag hij de dorpelingen die te luisteren en te kijken stonden. Hij werd beschaamd en voelde zich tegenover de nieuwsgierigen weer de deftige, hooghartige boer. Statig ontbond hij zijn peerd en reed weg. Al wat er woelde hield hij gesloten van binnen, hij verbeet zijne gramschap tusschen de krakende tanden. Bij zichzelf was en bleef hij de st
PREV.   NEXT  
|<   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:
woorden
 

zuster

 

vuisten

 

gelokene

 

zonder

 
handen
 
vinden
 

allemaal

 

vervaarde

 
dronken

luider

 

lasteraar

 
zoodat
 

werkvolk

 

zwaaide

 
brieschte
 

andere

 
kwetsten
 

stellen

 
tergen

zouden

 

kamper

 

leelijkheid

 
schreeuwde
 
dreigden
 

hooghartige

 

deftige

 
Statig
 
ontbond
 

nieuwsgierigen


stonden

 
kijken
 

beschaamd

 

voelde

 
tegenover
 

tanden

 

krakende

 

zichzelf

 

tusschen

 
gramschap

woelde

 
gesloten
 

binnen

 

verbeet

 

luisteren

 

dorpelingen

 

schoten

 

boeren

 

lijven

 
uitbraken