FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   >>   >|  
e: te moeten, te moeten eten! en dat de jongens weer huilend zouden van school naar huis keeren. Ze vond het nu zonde hier stil op malkaar te zitten kijken en zonder reppen dood te vallen, verhongerd. Daar woonden toch menschen in de straat en met brood reden de bakkers gedurig voor de deur, dat 't een verdommelijke schande was om zien. Dan sprong zij recht in opgewondenheid, al wist ze nog niet waarop heur korzelige gramte uitwerken; ze stootte de deur van de zijkamer open, ze spande de vuisten op de heupen en stond voor 't bed in de kamer waar heuren vent lang lag uitgestrekt. --Ivo, riep ze, Ivo! Hij hoorde het wel, maar wat voordeel? Hij lag en bleef liggen op het uivallig ledikant, slapeloos op den rug en zijne oogen waren open, en zijn hoofd lag achterover in de handen. --Ivo, wat den duivel, gaat ge de jongens alzoo zienling laten doodvallen van honger, en daar liggen, gij luie leegganger?! Ivo had in de eerste verwondering, om die plotse furte het hoofd gewend in 't gedacht dat zijn wijf hem wat nieuws kwam schreeuwen: dat er werk gevonden was of eene boodschap te doen,--als hij hoorde heur zotten uitval, keerde hij de oogen weer naar boven en roerde geen spier. --Gij groote, lange, luie lummel! zijt ge niet beschaamd, 'k zou liever mijne vingers afeten. --Zwijg, wijf, zwijg, wederzei hij kalm weg, de gebuurs gaan 't weer hooren en.... --Dat zij 't verdomd hooren! heel de wereld moest 't hooren! dan zoudt ge daar in uw nest niet liggen rotten bij schoonen klaren dag, als de jongens zonder eten naar schole zijn. --Hm, 'k heb het al afgeloopen. Dat verdroot Ivo,--wat moest ik gaan doen? en zonder schoenen aan mijne voeten en mijn broek is ook kapot. --Ja, zoek maar uitvluchtsels--wat gij moet doen? werk zoeken of meent ge dat ze 't u gaan brengen waar ge ligt?! Zeg het aan Wimpel, den smeerlap, die u afdankte, dat hij de smouters, de dronkaards uit zijnen winkel schoppe, en u werk geve, zeg hem dat we creveeren van honger. --Hm, Ivo vertrok de schouders, zotteklap, mompelde hij. En dat bracht Dille tot het uiterste. --Roep het langs de straten, tierde zij, zeg dat we zonder eten zitten; ga, raap de kolen op die van de karren rollen; vraag aan de heeren hun pakken te dragen, help steken aan de vrachtwagens, steel het, verdoemd, als 't niet te pakken en valt! maar ge zijt te grootsch, gij mannemensch, dat 't pinten-drinken ware, dat 't stoffen ware met uwe macht, dat wel ... maar gij zijt
PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   >>   >|  



Top keywords:

zonder

 

liggen

 

jongens

 

hooren

 

pakken

 

hoorde

 

honger

 

zitten

 

moeten

 

schoenen


voeten

 

uitvluchtsels

 
Wimpel
 

smeerlap

 

brengen

 
school
 

zoeken

 

rotten

 

verdomd

 
wereld

schoonen

 

afdankte

 

afgeloopen

 

verdroot

 
gebuurs
 

klaren

 

schole

 
keeren
 

zijnen

 

dragen


steken

 

heeren

 
karren
 

rollen

 

vrachtwagens

 

stoffen

 

drinken

 
pinten
 
verdoemd
 

grootsch


mannemensch

 

tierde

 

zouden

 

huilend

 

creveeren

 

vertrok

 

schoppe

 
dronkaards
 

wederzei

 

winkel