FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  
n Goetgebuer, die samen, ongehuwd, hun eigen boerderijtje bebouwden, was ook het hoofd van 't huis, "de boer" der hofstede; en zijn wijsheid en bekwaamheid in vele zaken had hem daarenboven de eer van een zetel in den dorpsgemeenteraad doen verwerven. Standje, tien jaar jonger, leek op zijn ouderen broeder, maar zonder dezes uitdrukking van fijnheid, sluwheid, netheid en beschaving. Ook hij was lang en mager, met gebogen neus, hooge schouders en holle borstkas; doch een schrale, bruine baard bedekte en bevuilde als 't ware de hard-roze kleur der wangen en zijn blauwe oogen hadden iets grappig-lodderigs, alsof hij voortdurend een glaasje te veel op had. Toch dronk hij niet buitensporig, maar hij hield er wel van en nam gretig elke gelegenheid te baat om er eens uit te wippen en zich op kermissen en feesten te gaan amuzeeren. Belzemien, en ook zijn zuster Cordula, die het huishouden deed en nog al streng was, moesten Standje voortdurend ietwat inhouden. Elke zondag werd hem een afgepast zakgeld ter hand gesteld, waarmede hij zich trouwens tevreden stelde, en knappe dienstmeiden werden liefst op 't boerderijtje niet gehuurd. De beide broeders waren, links, aan een zachtglooienden zijweg gekomen en sloegen dien in, waar enkele hofsteden stonden, hun witte geveltjes en spitse, grijze stroodaken half in de opwolkende pracht der bloeiende boomgaarden verscholen. Daar kronkelde een helder beekje tusschen glanzende, malschgroene weiden, bij plaatsen als het ware geel en wit bepoeierd door een wilde woekering van boterbloempjes en madeliefjes; en zelfs het water was hier en daar nagenoeg toegedekt door een dichte deken van verrukkelijke sterrebloempjes met oranje hartjes, waarover, fijn-gracieus en licht als doorschijnende veertjes, azuren waterjuffertjes heen en weder zweefden. Belzemien en Standje, enkel met hun gedachten bezig, schreden over het boogbrugje met witte, afzakkende zijmuurtjes, volgden een eindje het kronkelpad langs den oever, duwden een laag, grijs hekje open in een haag en kwamen in den zacht-opglooienden boomgaard van hun boerderijtje. Het woonhuis stond daar, zijn witten voorgevel glinsterend goud-omglansd in de rooddalende zon, met heel lichtblauwe luikjes en glimmend-rood pannendak onder de roze-wit bloeiende kruinen; en even verder, achter de ruige, knoestige, schots en scheef gegroeide stammen, schemerden de bruin-roze schuren en stallen, met hun wazig-grauwe, onder de overvloedig-rijke woekering
PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  



Top keywords:

Standje

 

boerderijtje

 

bloeiende

 

Belzemien

 

voortdurend

 

woekering

 

stallen

 

nagenoeg

 

schuren

 

grauwe


boterbloempjes
 

toegedekt

 

madeliefjes

 
gracieus
 
doorschijnende
 
veertjes
 

waarover

 
verrukkelijke
 

bepoeierd

 

sterrebloempjes


oranje

 

hartjes

 

dichte

 

stroodaken

 

grijze

 

opwolkende

 

pracht

 

spitse

 

geveltjes

 

enkele


hofsteden
 
stonden
 
overvloedig
 

boomgaarden

 

malschgroene

 

glanzende

 

weiden

 

plaatsen

 
tusschen
 
beekje

verscholen

 

kronkelde

 
helder
 

azuren

 
waterjuffertjes
 

woonhuis

 
witten
 

voorgevel

 

boomgaard

 
kwamen