FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419  
420   421   422   423   >>  
nten, 't Benoemen der magistraten En de ambten meteen. Op de hervormden heeft hij 't gemunt, Monsieur Zijn Doorluchtige Hoogheid, Die in Frankrijk doorgaat voor atheist. O, de angevijnsche davering! Want koning wil hij worden Door het zwaard en 't geweld, Alleenheerschend koning voorgoed, Die Monseigneur, en Doorluchtige Hoogheid. Innemen wil hij door verraad, Menig schoone stad en Antwerpen mee; Signorkens en pagaders, vroeg opgestaan, O, de angevijnsche davering! Niet op u, Frankrijk, Werpt zich het volk, in blinde woede; Niet uw edel lichaam treffen Moorddadige wapenen; Niet uw kinderen zijn het, Wier lijken, hoop op hoop, De Kipdorppoorte vullen. O, de angevijnsche davering! Neen, niet uw kinderen zijn het Die het volk van de schansen neergooit, Anjou is 't, Zijn Doorluchtige Hoogheid, Anjou is 't, de lijdelijke wufteling, Die leeft van uw bloed, o Frankrijk, En het onze wil drinken. Maar tusschen beker en lippen.... O, de angevijnsche davering! Monsieur Zijn Doorluchtige Hoogheid, Schreeuwt in een weerlooze stad: Tue, tue, vive la messe! Met zijn mooie lievelingen, Wier oogen blinken Van 't schandevuur, schaamteloos schuw, Der ontucht zonder liefde. O, de angevijnsche davering! Hen velt men, niet u, arm volk, Op wien ze drukken met belasting, Zoutgeld, hoofdgeld, 't eerstenachtrecht, U misprijzend, daar ze u afpersen Koorn, paarden, wagens, Gij, die hun een vader zijt, O, de angevijnsche davering! Gij, die hun een moeder zijt, Zogend de brooddronkendheid Dier moedermoorders, welke, in den vreemde Uw naam bevlekken, o Frankrijk, overdaan Met den smook van hun glorie, Als ze hechten Door woeste wapenfeiten.... O, de angevijnsche davering! Een bloempjen aan uw krijgskroon, Een provincie aan uw grondgebied. Laat den dwazen haan, ontucht en oorlog, Den voet op den strot, Fransch volk, manhaftig volk, Den voet die verplet! En al de volkeren krijgen u lief Om de angevijnsche davering! VI. In de Bloeimaand, als wanneer de Vlaamsche boerinnen 's nachts langzaam drie zwarte boonen achter zich over het hoofd werpen, om zich voor ziekte en dood te behoeden, ging Lamme's wond weder open; de kok had een zware koorts en vroeg, dat men
PREV.   NEXT  
|<   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419  
420   421   422   423   >>  



Top keywords:

angevijnsche

 

davering

 

Doorluchtige

 
Frankrijk
 

Hoogheid

 

kinderen

 

koning

 

Monsieur

 

ontucht

 
woeste

bloempjen

 
provincie
 
grondgebied
 

krijgskroon

 
wapenfeiten
 

moeder

 

Zogend

 

brooddronkendheid

 
wagens
 
paarden

afpersen

 
moedermoorders
 

overdaan

 

glorie

 
bevlekken
 

dwazen

 

vreemde

 
hechten
 

ziekte

 

werpen


boonen

 

achter

 

behoeden

 

koorts

 

zwarte

 

volkeren

 

krijgen

 

verplet

 

manhaftig

 

oorlog


Fransch

 

misprijzend

 
boerinnen
 

nachts

 

langzaam

 

Vlaamsche

 

wanneer

 
Bloeimaand
 

pagaders

 

opgestaan