FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418  
419   420   421   422   423   >>  
kunnen doen voor Zijne Koninklijke Majesteit. Ja, ja, klaarblijkelijk zie ik de vijfde kin wassen, een weinigje meer links dan rechts; wij zullen dien benadeelden kant moeten aanvetten, want de Heer heeft gezeid: "Weest rechtveerdig jegens elkeen". Waarin zou de rechtveerdigheid anders bestaan, dan in een rechtmatige verdeeling van vet? Voor uw zesde maal breng ik u mosselen--die oesters der armen--zooals gij er nooit kreegt in 't convent; dommeriken laten ze koken en eten ze zoo op, doch dat is maar de inleiding der stoverije: als zij gekookt zijn, moet men ze uit heure schelpen nemen, heure tengere lichaampjes in een stoofpan leggen, dan zachtjes laten stoven met selder, muskaatnoot en kruidnagelen en de saus binden met bier en meel; de mosselen worden dan voorgediend met sneden geroosterd en geboterd brood. Zoo deed ik voor u. Waarom zijn de kinderen een zoo groote erkentelijkheid verschuldigd aan vader en moeder? Omdat zij hun eene schuilplaats en liefde, maar vooral omdat zij hun eten gaven: dienvolgens moet ge mij beminnen als uw vader en uwe moeder te zamen, en zijt ge mij dezelfde dankbaarheid verschuldigd als hun: maar zie toch zoo verbolgen naar mij niet. ... Als de mosselen gezakt zijn, breng ik u bierpap, goed gebonden met meel, goed gesuikerd, met veel kaneel. Weet gij waarom? Opdat uw vet doorschijnend zou worden en lustig op uw vel zou waggelen: als gij u verroert, ziet men het alreeds. Daar klinkt de taptoe: slaap in vrede zonder aan den dag van morgen te denken, in de zekerheid steeds uw vette eetmalen terug te vinden, alsmede uw verkleefden vriend Lamme, die ze u liefdevol zal geven. --Ga henen, satansjong, en laat mij bidden, zeide de monnik. --Bid, zeide Lamme, bid met begeleiding van een vroolijk gesnork: bier en slaap geven vet, goed vet. Ik, ik ben blijde! En Lamme trok naar zijn bed. En de matrozen en soldaten zeiden tot hem: --Waarom toch wilt gij dien vuilen monnik, die u geenerlei goed wil, zoo rijkelijk spijzen? --Laat mij begaan, zeide Lamme, ik verricht een schoon werk. V. Toen Wintermaand was gekomen, de maand der donkere dagen, zong Uilenspiegel: Monseigneur, Zijn Doorluchtige Hoogheid, Rukt zijn mom af, Willend heerschen over Belgie. De verspaanschte staten, Doch niet verangevijnscht, Beschikken over de belastingen. Slaat op de trommel Der angevijnsche davering! In hunne handen houden ze Domeinen, accijns en re
PREV.   NEXT  
|<   394   395   396   397   398   399   400   401   402   403   404   405   406   407   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418  
419   420   421   422   423   >>  



Top keywords:

mosselen

 

verschuldigd

 

worden

 
Waarom
 

monnik

 

moeder

 

gesnork

 

alreeds

 

verroert

 
waggelen

begeleiding

 
bidden
 
vroolijk
 

taptoe

 
vinden
 

morgen

 

alsmede

 

verkleefden

 
eetmalen
 
denken

zekerheid

 
steeds
 

vriend

 

satansjong

 
liefdevol
 

zonder

 

klinkt

 
Belgie
 

heerschen

 

verspaanschte


staten

 

Willend

 

Doorluchtige

 

Hoogheid

 

verangevijnscht

 

Beschikken

 

handen

 

houden

 

Domeinen

 

accijns


davering

 

belastingen

 
trommel
 

angevijnsche

 

Monseigneur

 

Uilenspiegel

 

lustig

 
vuilen
 

geenerlei

 

rijkelijk