FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  
r de harde gevechten, de schoone minnarijen van het verleden en ook van de toekomst. Van daar zagen zij de zee, welker lichtende golven zich braken en in schuim uiteenspatten, en als vurige spoken op de eilanden vielen. En Nele was verschrikt als zij in de polders dwaallichtjes zag, welke, zeide zij, zielen van arme dooden zijn. En al deze plaatsen waren slagvelden geweest. De dwaallichtjes stegen op uit de polders, huppelden langshenen de dijken, keerden vervolgens terug naar de polders, alsof zij de lichamen niet wilden verlaten, uit welke zij kwamen. Op zekeren nacht zei Nele tot Uilenspiegel: --Zie hoe talrijk zij zijn in Beveland, en hoe hoog zij zweven in de lucht: langs den kant van de vogeleilanden zie ik er het meest. Wilt gij medekomen, Thijl? wij zullen ons strijken met de zalve, welke dingen toont, die onzichtbaar zijn voor de oogen der stervelingen. Uilenspiegel antwoordde: --Als 't die zalve is, die mij naar den grooten sabbat bracht, heb ik er geen vertrouwen meer in. --Loochen de kracht der tooverije niet. Kom mee, Uilenspiegel. 's Anderen daags vroeg hij aan den magistraat, dat een trouw en scherpziend soldaat hem zou vervangen om den toren te wachten en te waken over het land. En hij toog henen met Nele naar de vogeleilanden. Terwijl zij stapten langs akkers en dijken, zagen zij kleine groene eilandjes, tusschen dewelke het zeewater stroomde, en, op de begraasde heuvelen, die zich tot het duin uitstrekten, een groote menigte kieviten, meeuwen en zeezwaluwen, die onbeweeglijk zaten en met hunne ruggen witte eilandjes uitmaakten; daarboven vlogen duizenden van die vogelen. De grond was vol nesten: Uilenspiegel, die zich bukte om een ei van den weg op te rapen, zag eene meeuw fladderend naar hem komen en een grooten schreeuw slaken. Op dien kreet kwamen meer dan honderd andere bij, die schreeuwden van angst en boven het hoofd van Uilenspiegel en de naburige nesten vlogen, doch zij durfden hem niet naderen. --Uilenspiegel, zeide Nele, die vogelen vragen genade voor hunne eieren. Vervolgens begon zij te beven, en zij zeide: --Ik ben bang, de zonne gaat onder, de hemel is wit, de sterren ontwaken, dit is het uur van de geesten. Zie, die roode uitwasemingen rakelings zweven langs den grond; Thijl, mijn beminde, wie is het helsche monster, dat aldus in de wolken zijn vurigen muil open doet? Zie, langs den kant van Philips-land, waar de koninklijke beul, uit wreedaardige heerschzucht
PREV.   NEXT  
|<   408   409   410   411   412   413   414   415   416   417   418   419   420   421   422   423   >>  



Top keywords:

Uilenspiegel

 

polders

 
zweven
 

grooten

 

kwamen

 
vogelen
 

vlogen

 

dijken

 
eilandjes
 

vogeleilanden


dwaallichtjes

 

nesten

 

fladderend

 

heerschzucht

 
ruggen
 

begraasde

 

stroomde

 

heuvelen

 

uitstrekten

 

zeewater


dewelke

 

akkers

 

kleine

 

groene

 

tusschen

 

groote

 

menigte

 

uitmaakten

 

daarboven

 
duizenden

schreeuw

 

kieviten

 

meeuwen

 
zeezwaluwen
 
onbeweeglijk
 
schreeuwden
 

geesten

 

uitwasemingen

 
rakelings
 

sterren


ontwaken

 
beminde
 
vurigen
 
koninklijke
 

wolken

 

helsche

 
monster
 

Philips

 

stapten

 

wreedaardige