FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323  
324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   >>   >|  
is de dochter van onzen hoofdman, antwoordde de zwerver. Vervolgens zeide hij stiller, als iemand, die vreest dat men hem zou afluisteren: --Zij werd door God getroffen met minnekwaal en kent niets van de vrouwelijke eerbaarheid. Zoodra zij eenen man ziet, wordt zij blijgeestig en minziek, en lacht zij gedurig. Zij is weinig van zeggen; langen tijd meenden wij dat zij doof was. 's Nachts blijft zij in alleenigheid voor het vuur; soms zit zij te weenen, of zonder reden te lachen, en wijst zij naar heuren buik, waar zij zeer heeft, naar zij zegt. 's Zomers, rond het middaguur, na het eten, is ze 't ergst gefolterd door heure kwaal. Dan gaat ze, schier teenemaal naakt, dansen omtrent het kamp. Zij wil niets anders dragen dan kleederen van gaas of van neteldoek, en 's winters hebben wij alle moeite om heur een opperste kleed van geitenlaken te doen omslaan. --Maar, sprak Lamme, heeft zij dan geen enkelen vriend om haar te beletten aldus aan een iegelijk heur lichaam ten beste te geven? --Neen, sprak de man, zij geeft geenerlei vriend, want als de wandelaars, die zij tot zich lokt, heur waanzinnige oogen zien, krijgen zij meer schrik dan liefde voor heur. Die dikke man was tamelijk stout, sprak hij, naar Lamme wijzend. Lamme fronste de wenkbrauwen, bij die toespeling op zijne dikte. --Laat hem maar zeggen, Lamme; 't is de sprot, die kwaad spreekt van den walvisch. --Gij zijt spotziek, dezen morgen, sprak Lamme. Doch zonder te luisteren, vervolgde Uilenspiegel tot den zwerver: --Wat doet zij, als anderen zoo stout zijn als mijn vriend Lamme? De Egyptenaar antwoordde droefgeestig: --Dan heeft zij genot en profijt. Zij die heur krijgen, betalen hun pleizier, en het geld dient om heur te kleeden en ook tot de behoeften der grijsaards en vrouwen. --Zij gehoorzaamt dus aan niemand? vroeg Lamme. De bruine man antwoordde: --Laat hen, die God treft, hun zin doen. Aldus beduidt hij zijnen wil. En zijn wil is onze wet. Uilenspiegel en Lamme vervolgden hunnen weg naar Brugge. En de Egyptenaar ging ernstig en fier terug naar het kamp. En het meideken danste, schaterlachend, in een opene plaats van het bosch. XL. Onderweg sprak Uilenspiegel tot Lamme: --Wij hebben reeds schrikkelijk veel geld uitgegeven: wij hebben huurlingen aangeworven, den serjanten eene belooning gegeven, een karolus aan dat Egyptisch meideken geschonken; voeg daarbij de ontelbare oliekoeken, die het u beliefde zonder op
PREV.   NEXT  
|<   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323  
324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   >>   >|  



Top keywords:

hebben

 

zonder

 

Uilenspiegel

 
vriend
 

antwoordde

 

Egyptenaar

 

krijgen

 

zwerver

 

meideken

 
zeggen

betalen

 
pleizier
 
tamelijk
 

droefgeestig

 
fronste
 

profijt

 

wijzend

 

spotziek

 
morgen
 
spreekt

walvisch

 
luisteren
 

anderen

 

toespeling

 
vervolgde
 

wenkbrauwen

 

schrikkelijk

 
uitgegeven
 

huurlingen

 

Onderweg


schaterlachend

 

plaats

 

aangeworven

 

serjanten

 

ontelbare

 

daarbij

 

oliekoeken

 

beliefde

 

geschonken

 

belooning


gegeven

 

karolus

 
Egyptisch
 

danste

 

niemand

 

bruine

 

gehoorzaamt

 
vrouwen
 

kleeden

 

behoeften