rale"
en "overdreven huilerige gevoeligheid." En daar heeft hij het toch wel
over zijn "persoonlijke [p.150] ervaringen," zou ik zeggen! Mevr. Holst
schijnt wel eens op weg te zijn geweest, om in deze de waarheid te zien.
Blz. 203 zegt zij:
Het (zelfonderzoek, v.C.) was voor hem _de weg tot zijn apologie en
zijn apotheose, tot zelfbehagen, zelfvereering en zelfvergoding_.
En blz. 204:
In de "Nouvelle Heloise, het werk waarin hij zich het vrijst heeft
laten gaan--_veel vrijer dan in de "Confessions,"_ waar _de
achtergedachten van zelf-apologie en zelf-apotheose den stroom der
herinnering in een bepaalde bedding stuurden_....
Indien iemand zooveel psychologisch en hooger-critisch inzicht toont te
hebben, dat hij in een werk de neiging tot, en het feit van
zelfvergoding, etc., benevens en vooral de "_achtergedachten_ van
zelf-apotheose" aanvoelt, hoe is het dan mogelijk, is men geneigd te
vragen, dat hij de nog meer aan de oppervlakte liggende _pose_, het
_valsch pathos_ en al de _opgeschroefd-geuite_ verzekeringen van eigen
voortreffelijkheid niet aanvoelt?! Of hoe is 't dan bestaanbaar, dat een
dergelijke inzichtsvolle niet inzie, dat de neiging tot zelf-apotheose
al die eigenaardigheden ten gevolge _moet_ hebben? Hoe is 't mogelijk,
dat iemand, die ter eenre plaats schrijft, dat:
Zijn weeke en toch moeizame natuur behoefde, om stroomend te
worden, de liefde; zonder haar adem bleef de kracht in zijn
binnenste bevrozen, alles kil en doodsch. De liefde voor vrouwen
gelijk hij die meermalen gevoelde.... Slechts eenmaal in zijn leven
schreef hij, gedragen alleen door het andere beginsel in hem: het
moreele, de hartstocht voor deugd, voor gelijkheid en vrijheid.
_Wat hij toen schreef werd hol en rhetorisch, van een gloed die
niet verwarmde_.[36]
en dus de "ontsiering zijner stijl" wijt aan een hem eigen psychisch
element, die op een andere plaats verklaart uit "de valsche elementen,
het onwaarachtig bestanddeel" in het gevoel der burgerlijke klassen? Wat
heeft hier haar blik beneveld, dat zij zich zulk een
aantoonbaar-onjuiste subjectieve [p.151] waarheid vormde?[37] Wel lezer,
sla een blik in mijn citaten op de vorige bladzijden en ge weet het: de
idealen der burgerlijke klassen waren voos, de daardoor ontstane valsche
elementen in hun gevoel zoog hij in, en die zijn schuld aan het
theatrale, het valsch pathos en de opgeschroefde gezwollenheid
|