lhouden. De
vorige dag had Fortune een algemene biecht gesproken en die morgen,
gedurende de eerste mis, gecommunieerd. Hij was tot de lange reis
uitgerust. Al zijn afscheidsbezoeken waren volbracht, zijn volle
koffers stonden op elkaar gestapeld in het smalle gangetje, hij
moest maar een laatste maal zijn moeder en Fietje omhelzen en ook
even in 't voorbijgaan het rijtuig doen stilhouden voor de stoep van
_Het huis van Commercie_, om nog eens Eu...Eulalie tegen zijn hart te
drukken.
De voordeur ging open en meester De Vreught kwam binnen. Hij was
op zijn allerbest gekleed, in lange zwarte jas en ouderwetse hoge
hoed. Bescheiden glimlachend verscheen hij in de keuken, waar
Massijn, in groot uniform, gereed stond. De koetsier, na meester
De Vreught binnengekomen, haalde met gedruis de koffers weg en stapelde
die op de bok van het rijtuig.
--A...allons, moe...der en zuster, heb moe...oed, het ogenblik is
gekomen, sprak Massijn met een stokkende stem. En bleek, met
rood-geweende ogen, naderde hij tot zijn moeder om haar te omhelzen.
Werktuiglijk waren de beide vrouwen opgestaan.
--Vaarwel, Fortune, en God beware u, jongen, sprak de snikkende
moeder haast onhoorbaar.--Schrijf ons, schrijf ons dikwijls, gedraag
u goed, en pas op uw gezondheid. En 't hoofd op zijn borst gezegen
gaf zij hem, met weifelende hand, een 'kruisken' op het voorhoofd.
--Vaarwel, Fie...ietje, to...ot weerziens, snikte Massijn, tot zijn
zuster naderend.
Met een in tranen badend gelaat omhelsde zij hem, en gelijk moeder,
gaf ook zij hem bevend een 'kruisken'.
Toen huilden zij alle drie in stilte, een lange wijl.
Meester De Vreught had zijn zakdoek uitgehaald en snoot zich
luidruchtig. Buiten in een dof gegons van menigte, klonk bijwijlen
het stampen van de hoefijzers van het paard op de stenen.
--Komaan,... komaan, Fortune, 't is tijd, sprak meester De Vreught,
Massijn bij de mouw trekkend.
Een laatste maal, de ogen beneveld door tranen, aanschouwde hij zijn
moeder en zijn zuster, die opnieuw met het voorschoot voor het
aangezicht op stoelen waren neergezakt. En daarop keerde hij zich
met een bruuske beweging om, volgde de meester uit het huis, en klom
in 't open rijtuig, dat onmiddellijk in snelle draf vooruitreed.
Aan de ommedraai van de straat, voor de stoep van _Het huis van
Commercie_, hield het weer stil. Daar stonden, eveneens op hun best
gekleed, met zwarte jas en hoge hoed, en omringd van een krielende
volksschaar, de
|