jnen electrische lichtjes fonkelden, ook in de
lauwerkransen door de engelenfiguurtjes omhoog gehouden, en heel de
zaal bezet met schitterende uniformen en galagewaden, waartusschen
de bekoorlijkste damestoiletten in teere kleuren,--allen omringend de
met bloemenguirlandes versierde estrade, waarop de Vorstelijke stoet
had plaats genomen--toen bood dat geheel een betooverend gezicht,
hoe weinig indrukwekkend de ceremonie ook overigens was, die onder
een geestdriftige ovatie aan het Koninklijk Paar eindigde met een
symbolische opening van de tentoonstelling door Koningin Elene, die
een rood lint losmaakte, dat de estrade had afgesloten van den uitgang.
Uit den rechtervleugel de feestzaal binnengekomen treden wij nu
door den hoofdingang, door zinrijke beeldengroepen geflankeerd,
weer naar buiten. Aan de overzijde van de breede allee zien wij,
verscholen in het frissche groen, drie kleine gebouwen liggen,
evenveel verschillend van stijl als van bestemming; voornaam en mooi
is de facade van het kleine paleis der stad Milaan, in Italiaansche
renaissancestijl gebouwd, waarin het gemeentebestuur, dat een ruim
aandeel genomen heeft in de totstandkoming der tentoonstelling en
bij feestelijke gelegenheden de honneurs tegenover de gasten uit den
vreemde waarneemt, een volledig overzicht geeft van de inrichting
zijner model-bedrijven en van het vele wat Milaan doet op het gebied
van onderwijs, armenzorg, hygiene en volkswelvaart. Zij die ook om
iets te leeren de tentoonstelling bezoeken zullen hier een nuttig
uurtje kunnen vertoeven in deze rustige omgeving.
Van een heel ander karakter is het Zwitsersche paviljoen dat
natuurlijk van wege "de onverbrekelijke vriendschapsbanden" op deze
tentoonstelling een eereplaats kreeg.
Het is een echt Zwitsersch chalet, in wit rood en bruin geschilderd
hout met balcons en een luifeldak en pittig torentje; een juweeltje
van dien karakteristieken bouwstijl van het Alpenland. "Een bescheiden
huisje" noemde de Zwitsersche commissaris-generaal Siemen het, toen
hij er uit naam van de Bondsregeering den Koning van Italie begroette,
maar de jonge Vorst die zijn oogen altijd goed den kost geeft had
het bij het rechte eind, toen hij den bescheiden Zwitser warme hulde
bracht voor dat smaakvol paviljoen, een sieraad van de tentoonstelling.
Natuurlijk is de inhoud van het gebouw grootendeels gewijd aan de
werken van St. Gotthard en Simplon, gesymboliseerd in een groot fresco
in den voorgevel, en de
|