r een inzending van de
Amsterdamsche diamantindustrie, waarop men aanvankelijk scheen te
mogen rekenen. Jammer, want die zou hier _furore_ gemaakt hebben! Over
de inzendingen in deze afdeeling valt nog zoo goed als niets te
zeggen; behalve een paar mooie kleurendrukpersen en een reusachtige
rotatiepers, waarop een tentoonstellingsuitgave van het grootste
dagblad van Milaan, de uitnemend geredigeerde en snel-ingelichte
_Corriere della Sera_, tot stomme verbazing der toeschouwers wordt
gedrukt en gevouwen, staan er slechts rijen van onopengemaakte
kisten, waarin de schatten van de machinale kunstnijverheid verborgen
zijn. Meer dan een schoone belofte is dit Arbeidspaleis dus nog niet.
Wij naderen nu bekend en bevriend terrein. Een gebouw met frisschen
vriendelijken baksteengevel zegt ons terstond, dat wij hier te doen
hebben met iets uit gewesten, dichter bij Nederland; het doet zelfs
vreemd in deze omgeving van witte paleizen met blauwe koepels en veel
verguld. Het verwondert ons dan ook niet uit het dak de Belgische vlag
te zien wapperen. Wij zijn thuis; die rustige lijnen van de Vlaamsche
renaissance, die symmetrie welke geen oogenblik stijf wordt, zij
doen ons Nederlandsch hart goed. Onze naburen zijn hier schitterend
voor den dag gekomen, om jaloersch van te worden. Ook de Italianen,
die wel eens meenen het monopolie van stijl en smaak te hebben,
kunnen hun bewondering niet verbergen.
Inderdaad, dit gebouw--werk van den Brusselschen architect Henry
Vaes--is opgericht _a la gloire de la patrie_, zooals op een
gedenksteen in den muur van een der torens is gebeiteld. Maar ... de
Belgische regeering, zich dankbaar herinnerend de ruime deelneming
van Italie aan de wereldtentoonstelling te Luik, stelde dan ook
een bedrag van fr. 300.000 ter beschikking van de commissie van dat
land. Met zoo'n sommetje kan men wat beginnen!
Ook de inzendingen der Belgische kunstnijverheid die het gebouw en
een daarnaast gelegen hal zullen vullen, beloven het beste te geven
wat het nijvere land kan voortbrengen, vooral kant en smedewerk.
Langs de achterzijde van het terrein liggen drie groote gebouwen,
die samen een reuzenstation vormen met uitgestrekte overkappingen.
Wij hebben hier te doen met de kern der tentoonstelling, de wortel
van de reuzenplant: het spoorwegwezen. Vier landen domineeren hier;
Duitschland, Oostenrijk, Hongarije en Italie zelf, dat zeker, al komt
het hier met mooie dingen uit, op dit gebied eenige bescheiden
|