FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
r de naakte boomen en gewassen, de blanke rijp doorschijnend tintelend met allerteerste kleurschakeering in de gouden zonnestralen! Het leefde en beefde, de overladen twijgjes van de naakte kruinen fluisterden en schitterden in stil geritsel als waren zij gansch vol van onbekende, wemelende vogels en kapellen. Zij schitterden en wemelden in zacht-suizend gefladder en gekweel, maar 't was slecht een illuzie: zij vielen ritselend in risten op het wit-glanzende grasveld neer en vloeiden er weg als groote, stille droefheidstranen; en weer stonden de boomen zwart en naakt als dorre heesters, en weer omheinde de schrale heg met haar doorzichtbaar doorngeraamte 't kleine erfje, en weer lagen de akkers kleintjes afgemeten er omheen, in de langzaam uitdoovende schitterpracht van al dat vreemd en broos-fantastisch leven, dat er eindelijk nat en triestig, onder een aanhoudend dof geruisch als van stille zuchtjes en snikjes, te smelten en te sterven lag. Zij leefden in afwachting van wat langzaam aan komen en worden zou: de lente; en met de lente: de arbeid op het land. Alfons had tegen Maart een knecht gehuurd: Vaprijsken, die boer Kneuvels' boerderij verlaten had en gelukkig was, bij een vroegeren werkkameraad en vriend, een goeden meester en een vaste betrekking te zullen vinden; en Rozeke, die in haar zwangerschap het zware werk van koeienmelken en beestenvoeder- koken niet goed meer verrichten kon, had reeds een dienstmeisje, ook een vroegere kennis en een flinke werkster: het Geluw Meuleken. Met die twee konden zij 't vooreerst wel stellen. Een paardenknecht hadden zij niet noodig: dat baantje zou Alfons zelf waarnemen. Stil en gelukkig leefden zij, met hun hoop en hun gedachten in de toekomst. Slechts bij zeldzame uitzondering ging Rozeke nog een enkelen keer naar het ouderlijk huis, dat nu wel wat ver afgelegen was, maar bijna elken zondag kreeg zij bezoek van de haren. Meestal kwamen moeder en La na de vesper aanhijgen, telkens klagend dat het niet te doen was door de sneeuw; en als ook vader en de broeders kwamen spraken zij uren lang over vee en landerijen, en eindigden doorgaans met een partijtje kaart te spelen, de mannen rookend bij het haardvuur, met koppen koffie en borrel-glaasjes op de tafel om zich heen. Dat mooie boerderijtje was de trots en als 't ware de rijkdom van hen allen. Zij waren er allen in een hoogeren stand en voornamer aanzien door gekomen; zij waren boeren, echte boeren geworden; en iederen zond
PREV.   NEXT  
|<   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119  
120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:

leefden

 

kwamen

 

langzaam

 

stille

 

Alfons

 

schitterden

 

Rozeke

 

boeren

 

boomen

 

gelukkig


naakte
 

toekomst

 

gedachten

 
Slechts
 
zeldzame
 
ouderlijk
 

enkelen

 
verrichten
 

uitzondering

 

werkster


paardenknecht

 

Meuleken

 

vooreerst

 

stellen

 

flinke

 

kennis

 

dienstmeisje

 

waarnemen

 

konden

 

baantje


hadden
 
noodig
 
vroegere
 

vesper

 

glaasjes

 

borrel

 

rookend

 

mannen

 
haardvuur
 
koppen

koffie

 

boerderijtje

 
gekomen
 

geworden

 
iederen
 

aanzien

 
voornamer
 

rijkdom

 

hoogeren

 
spelen