FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  
met ernstige gezichtjes, reciteerden nog eens in zichzelf de komplimentjes die zij zouden opzeggen; en nu en dan drong haastig een schitterend- getooide ruiter van de eerewacht of een vaandrig met zijn klapperende vlag door den zwart-en-bont-krioelenden menschendrom, op weg naar zijn post in den stoet. Het was een zachte, kalme, zonnige September-ochtend. Even buiten de dorpskom strekten de velden zich uit, blond-golvend naar de verte waar 't kasteel rood-glinsterend stond te prijken tegen den zwaren, donkeren achtergrond van 't statig park. De oogst was bijna overal geschoren en stond in groote, ronde schelven op het bloote, droge land. Slechts hier en daar nog lag een effen gouden veld van rijpe haver, of strekten zich, in lange, regelmatige rijen, de saamgebonden, overeind-gezette schoofjes van een pas-gemaaiden akker uit. En alleen de zoet-geurende klavervelden tierden nog ten allen kant in vollen bloei, paars-streepend overal de blonde golving, in heerlijk-rijke harmonie van tinten met het tanend goud der rijpe haver, met het verkleurend groen der verre boomen en het wazig blauw der vlekkelooze lucht. Het was tien uur. Ginds verre, in de richting van 't kasteel, gonsde dof een aanhoudend geratel van rijtuigen. Dat was de aankomst der talrijke voorname gasten. Tot in het dorp drong het als een koortsige gejaagdheid door en een dichte menigte hield zich roerloos op den uitkijk, als konden zij reeds iets zien komen. Alfons was op de boerderij gebleven met het Geluw Meuleken, aan wie de zorg voor 't kind was toevertrouwd, maar Rozeke was reeds in 't dorp en stond met popelend hart te staren naar de verte, besloten tot op 't laatste oogenblik te wachten op de verschijning van den bruidsstoet, voor zij in de kerk de, op bevel van jonkvrouw Anna speciaal voor haar bewaarde plaats, zou gaan bezetten. Zij zag er ietwat schraal en mager uit na haar bevalling, die zwaar was geweest. Haar eertijds roze en ronde wangen waren bleek en ingevallen en haar lichte blauwe oogen stonden zwak. Alleen haar gestalte was fijn en lenig gebleven, nog steeds als van een heel jong meisje. Ook in het dorp begonnen nu steeds talrijker, vreemde bezoekers aan te komen. Ook daar was het weldra een onafgebroken stoet van ratelende rijtuigen en bruisende automobielen, waaruit in bonte, vroolijke menigte, mooigekleede dames en heeren stegen. Dat waren meestal de bewoners der omringende kasteelen, die uit louter nieuwsgierigheid kwamen zien.
PREV.   NEXT  
|<   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   >>  



Top keywords:

overal

 

gebleven

 

kasteel

 

strekten

 

steeds

 

menigte

 

rijtuigen

 

bewaarde

 

besloten

 

laatste


staren

 

oogenblik

 

jonkvrouw

 
bruidsstoet
 

verschijning

 

wachten

 
speciaal
 
Meuleken
 

roerloos

 

uitkijk


konden

 

dichte

 
voorname
 

koortsige

 

gejaagdheid

 

Alfons

 

boerderij

 

toevertrouwd

 

Rozeke

 

plaats


gasten

 

popelend

 

eertijds

 

onafgebroken

 

weldra

 

ratelende

 

bruisende

 

automobielen

 

bezoekers

 

vreemde


meisje

 

begonnen

 

talrijker

 
waaruit
 

kasteelen

 

omringende

 

louter

 

nieuwsgierigheid

 
kwamen
 
bewoners