FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137  
>>  
s;--daar bruidegom noch bruid nazaten van _refugies_ waren, vergoedden geene familieherinneringen het onhartelijke der vreemde taal. Noem dit niet bekrompen, bid ik u. De mindere innigheid van het Fransch komt doorslaande uit, als gij de huwelijksformulieren der hervormde gemeenten in beide talen vergelijkt. Zie, ik vergaf het Louise, dat er ook daar geene tranen in hare oogen kwamen. Maar dat zij, na den afloop van het feest, zoo hartstogteloos, zoo kalm, in het reisrijtuig stapte, als ware zij nogmaals naar het _pensionnat_ gereden, hadt gij het haar ten goede gehouden? Ik wil uwe beslissing niet vooruitloopen; maar ik vermoed, dat gij het er met mij voor hadt gehouden, dat niet ten haren behoeve het graauwtje haren uijer aan de vingers des drijvers prijs gaf; het graauwtje, welks veulen intusschen zijn' ruigharigen kop achteloos op haren schouder neervlijdde. En toch bleef ik met ongeveinsde belangstelling voortstaren; en toch wenschte ik het glas melk, dat de dienstbode weldra naar binnen bragt, al de heilzame, al de genezende kracht toe, welke het bleeke vocht der ezelinnen ooit op een' kranke uitoefende. Want, nog altijd uit het venster ziende, greep mij eene vrees aan, welke mij huiveren deed. Ik had Pieter en Louise, sedert zij mijne buren waren geworden, tweemaal bezocht. Hoe anders had ik hen de eerste dan de laatste maal aangetroffen! Luttel weken na hunne tehuiskomst van hun speelreisje was ik het paar gaan zien. De indruk, dien het bezoek bij mij achterliet, was verwant aan dien, welken de schilderijen van een' negentiende-eeuwschen ter Burg zouden maken. Het behangsel der kamer, waarin ze mij ontvingen, wedijverde in helderheid van kleur met de rosetten van het plafond;--het lichtbruine mahonyhout der huisraden schitterde mij tegen,--de fijngeslepen kerken kaatsten den fonkelenden morgenwijn in het kristallen blad weder;--Louise droeg een zijden kleed. Maar de glans der vreugde, die mij uit hare oogen had moeten toeblinken; maar de blijdschap, welke Pieter had moeten gevoelen, dus gevestigd, zoo gelukkig te zijn; maar de geestigheid, die kruiderij des gespreks; maar de lach, dat zout der zamenleving, ik zag er te hunnen huize even vergeefs naar om, ik hoorde er die even weinig, ik smaakte ze er zoo min, als gij het op de stukken van onzen eersten satijnschilder doet. De overeenkomst ging verder; Louise was niet minder statelijk dan zijne slanke jonkvrouwen; maar gij hadt dat deftige evenzeer bewonde
PREV.   NEXT  
|<   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137  
>>  



Top keywords:

Louise

 

graauwtje

 

Pieter

 

moeten

 

gehouden

 

achterliet

 

eeuwschen

 

negentiende

 

welken

 

zouden


verwant
 

schilderijen

 

ontvingen

 
wedijverde
 
helderheid
 
verder
 

minder

 
waarin
 

statelijk

 

behangsel


bezoek

 

aangetroffen

 

Luttel

 

evenzeer

 

laatste

 

anders

 

eerste

 

bewonde

 

tehuiskomst

 

jonkvrouwen


indruk
 
slanke
 
speelreisje
 

deftige

 

plafond

 

vreugde

 

vergeefs

 

toeblinken

 
blijdschap
 
hoorde

smaakte

 

weinig

 
gevoelen
 

geestigheid

 
gespreks
 

zamenleving

 
gevestigd
 

gelukkig

 

hunnen

 
zijden