FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  
it haren boezem op, en eenige druppelen waters leekten van de punten harer vingeren, waarmede zij zich het aangezicht bedekt hield. Nochtans, bij de minste beweging van het kranke kind, hief zij bevend het hoofd op, bezag snikkend en met afgrijzen zijne verdorde wangen, duwde het deksel wat nader bij zijne koude ledematen, en viel dan weder wanhopig en weenend ineen op den steen. De dienste stilte heerschte in dit rampverblijf; alleen de hagelsneeuw kletterde tegen de vensterglazen, de wind loeide in den schoorsteen. Reeds was de vrouw eenigen tijd, als slapend, op den steen blijven zitten; het kranke kindje had zich niet bewogen, en zij had het hoofd niet opgeheven; zelfs scheen zij niet meer te weenen, want er blonk geen water meer aan hare vingeren.--Het was er in de kamer als in een graf, door dooden bewoond, en dat zich nimmer ontsluiten moest. Eensklaps ging er eene zwakke stem uit den haard op: "Moeder! moeder-lief, ik heb honger!" Degene, die deze klacht had voortgebracht, was een jongen van vijf of zes jaren, die zich in den hoek van den haard bevond, en zoodanig bij het vuur ineengekropen was, dat men hem met moeite zou bespeurd hebben. Hij beefde en trilde alsof de koorts hem over het lichaam rees; en met meer aandacht kon men hooren, hoe zijne tanden van koude tegen elkander ratelden. Hetzij de vrouw zijne klacht niet gehoord had, of zich in de onmogelijkheid bevond om aan zijne vraag te voldoen, zij antwoordde hem niet en bleef zitten zonder zich te verroeren. Er volgde dan weder een oogenblik van doodsche stilte, doch weldra verhief de jongen zijne stem en riep: "Moeder-lief, ik heb honger. Och, geef mij een klein stuksken brood!" De vrouw hief ditmaal het hoofd op, want de stem van den jongen was doorsnijdend, en gewis was zij als een messteek door haar moederhart gegaan. Een somber vuur blonk in hare oogen; de vertwijfeling stond er in te lezen. Zij antwoordde met eenen tranenvloed: "Janneken-lief, zwijg toch, om Gods wil! Ik sterf zelf van honger, mijn arm kind,--en daar is niets meer in huis." "Och, moeder, ik heb zulke pijn in mijnen buik... een stuksken brood, och toe!" Het gelaat van het jongsken was op dit oogenblik zoo smeekend, de honger was er met zijne vale en gele kleur zoo diep op ingedrukt, dat de verdwaalde moeder opsprong, alsof zij eene wanhopige daad ging doen; zij stak met bevende drift hare hand onder het deksel van het bed, en trok er een klein halvestuiversbr
PREV.   NEXT  
|<   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   >>  



Top keywords:
honger
 

jongen

 

moeder

 

bevond

 

oogenblik

 
stilte
 
klacht
 

Moeder

 

stuksken

 

kranke


antwoordde

 
vingeren
 

zitten

 

deksel

 

doorsnijdend

 

messteek

 

ditmaal

 

onmogelijkheid

 

voldoen

 

gehoord


Hetzij
 

tanden

 

elkander

 
ratelden
 
zonder
 
weldra
 
verhief
 

doodsche

 

verroeren

 

volgde


ingedrukt

 
smeekend
 

jongsken

 

mijnen

 

gelaat

 
verdwaalde
 

opsprong

 

halvestuiversbr

 

bevende

 
wanhopige

tranenvloed

 

Janneken

 

vertwijfeling

 
gegaan
 

somber

 

moederhart

 

kletterde

 

vensterglazen

 

loeide

 
hagelsneeuw