FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328  
329   330   331   332   333   >>  
at te verbergen. Zijn voorkomen deed aan een boosdoener denken, die den schrik van zijne gevangenneming nog niet te boven was gekomen. Ontegenzeglijk was hij, zoo niet de oorzaak van het optrekken der soldaten, dan toch of hun gids, of een onmisbaar getuige. Kon Ben-Hur achter zijn naam komen, dan zou hij het overige misschien wel kunnen raden. Zonder iets te zeggen, trad hij den priester op zijde, en stapte naast hem voort. Als de man nu maar zijn hoofd wilde opheffen! En zie! daar deed hij het, zoodat het licht der lantaarnen op zijn bleek, door vrees vertrokken gelaat viel. Daar Ben-Hur den Nazarener zoo dikwijls op zijne tochten gevolgd was, kende hij de discipelen, zoowel als den meester; en toen hij nu dat verschrikte gelaat zag, riep hij luid: Iskariot! Langzaam keerde de ongelukkige het hoofd om, keek Ben-Hur aan en bewoog zijne lippen, alsof hij iets wilde zeggen, maar de priester kwam tusschenbeide. --Wat woudt gij? Ga weg! zeide hij tot Ben-Hur, en duwde hem op zij. De jonkman liet het zich welgevallen, wachtte een betere gelegenheid af, en sloot zich weder bij den stoet aan. Zij gingen tusschen den heuvel Bezetha en den burcht Antonia door, langs het badwater Bethesda naar de Schaapspoort. Overal waren menschen en overal werd feestgevierd. Ter eere van het feest stonden de deuren der poort wijd open. Voorwaarts ging het, altijd voorwaarts, nu het dal in, dat naar de beek Kedron leidde. Aan de andere zijde zag men den Olijfberg met zijn donker geboomte. Dof weerklonken de voetstappen der mannen in de nachtelijke stilte. Nog een klein eindje, en toen sloegen zij links om naar een olijvenhof, die aan den voorkant door een steenen muurtje afgesloten was. Ben-Hur wist dat in dien hof niets was, dan eenige knoestige boomen, wat gras, en een in de rots uitgehouwen trog, die gebruikt werd voor het treden van de olijven. Terwijl hij zich verbaasd afvraagde wat zij in dit uur op eene zoo eenzame plaats te doen konden hebben, stond de troep plotseling stil. In de voorhoede hoorde men luid spreken. Er ontstond een onverklaarbare verwarring; alleen de soldaten hielden stand. In een oogwenk had Ben-Hur zich uit het gedrang weten te redden, om vooruit te snellen. Weldra bevond hij zich voor een poortje zonder deur, dat toegang verleende tot den hof. Hij bleef staan om het tooneel te overzien. In de poort stond een man met witte kleederen bekleed, blootshoofds, de handen op de borst gevouwen, een gedaante hem maar al
PREV.   NEXT  
|<   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328  
329   330   331   332   333   >>  



Top keywords:

gelaat

 

priester

 

zeggen

 
soldaten
 

muurtje

 

steenen

 

gebruikt

 

knoestige

 

eenige

 
afgesloten

boomen

 
voorkant
 
uitgehouwen
 

nachtelijke

 
Kedron
 

leidde

 

andere

 

voorwaarts

 
Voorwaarts
 
altijd

Olijfberg

 
donker
 

eindje

 

sloegen

 
stilte
 

mannen

 

geboomte

 
weerklonken
 

voetstappen

 

olijvenhof


plotseling

 

zonder

 

poortje

 

toegang

 

verleende

 

bevond

 

Weldra

 

gedrang

 

redden

 

vooruit


snellen

 

handen

 
gevouwen
 

gedaante

 

blootshoofds

 

bekleed

 

tooneel

 
overzien
 

kleederen

 

plaats