FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363  
364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   >>   >|  
aar ik wil Anna toch bezoeken. Dat zal u aangenaam zijn. Ja, ik kom bepaald. Gij wilt niet lang hier blijven?" En werkelijk kwam zij nog dienzelfden dag bij Anna; maar haar toon was reeds aanmerkelijk anders als vroeger. Zij liet zich klaarblijkelijk veel op haar moed voorstaan en verlangde, dat Anna deze trouwe vriendschap op prijs zou stellen. Zij bleef nauwelijks tien minuten, vertelde nieuwtjes en zeide bij het afscheid: "Hoe staat het nu met uw scheiding? Al stoor ik mij ook aan niets, andere, kleingeestige menschen zullen misschien toch koel tegen u blijven, zoolang gij niet getrouwd zijt. Maar dat is nu immers heel eenvoudig. Ca se fait. Dus Vrijdag vertrekt gij reeds? Jammer, dat wij elkander voor dien tijd niet meer zien." Uit Betsy's houding had Wronsky kunnen afleiden, wat hij van de wereld te verwachten had, maar hij deed nog een poging bij zijn familie. Op zijn moeder rekende hij niet. Hij wist, dat deze, die in den eersten tijd der kennismaking zoo met Anna ingenomen was geweest, nu niets meer van haar weten wilde, omdat zij haar beschuldigde haar zoons carriere bedorven te hebben. Maar hij vestigde al zijn hoop op zijn schoonzuster Warja. Zij, dacht hij, zou geen steen op Anna werpen, zij zou vrijmoedig eenvoudig Anna bezoeken en haar ontvangen. Daarom was hij terstond den volgenden dag naar haar woning gereden, en daar hij haar alleen thuis vond, sprak hij zijn verwachtingen uit. "Gij weet, Alexei," zei ze na hem te hebben aangehoord, "hoe veel ik van je houd, en hoe ik bereid ben alles voor je te doen. Maar ik heb gezwegen, daar ik wist, dat ik u en Anna Arkadiewna ..." Zij zeide niet alleen Anna, maar uitdrukkelijk Anna Arkadiewna. "Ik bid u, meen niet, dat ik haar veroordeel! Dat nooit! Ik had in haar plaats misschien ook zoo gehandeld. Maar laat ons daar niet van spreken! "Wij behoeven niet in bizonderheden te treden, zeide zij, en zag hem verlegen in het betrokken gelaat. "Maar men moet de zaak toch bij haar naam noemen. Gij wilt, dat ik haar zal bezoeken en ontvangen om haar zoo weer in de wereld te rehabiliteeren, maar gij moet het inzien, dat _kan_ ik niet. Mijn dochters zijn volwassen en om harentwil moet ik in de wereld leven. Dus kort en goed: ik bezoek Anna Arkadiewna, dan zal zij toch inzien, dat ik haar niet bij mij kan uitnoodigen, of ik zou het zoo moeten inrichten, dat zij degenen, die daar omtrent een andere meening hebhen, niet ontmoet; en dat zal haar beleedigen. Verheffen kan
PREV.   NEXT  
|<   339   340   341   342   343   344   345   346   347   348   349   350   351   352   353   354   355   356   357   358   359   360   361   362   363  
364   365   366   367   368   369   370   371   372   373   374   375   376   377   378   379   380   381   382   383   384   385   386   387   388   >>   >|  



Top keywords:

wereld

 

bezoeken

 

Arkadiewna

 
eenvoudig
 

inzien

 

andere

 

misschien

 

hebben

 

ontvangen

 
alleen

blijven

 
aangehoord
 
gezwegen
 

uitdrukkelijk

 
bereid
 

Alexei

 

aanmerkelijk

 

Daarom

 
terstond
 
volgenden

vrijmoedig

 
werpen
 

woning

 

verwachtingen

 
veroordeel
 

gereden

 

plaats

 
bezoek
 

harentwil

 

dochters


volwassen

 

uitnoodigen

 

hebhen

 

ontmoet

 

beleedigen

 

Verheffen

 

meening

 

omtrent

 

moeten

 

inrichten


degenen

 

behoeven

 
bizonderheden
 

treden

 

spreken

 

gehandeld

 

verlegen

 
noemen
 

rehabiliteeren

 

dienzelfden