FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>  
dste der matrozen had de boom in de hand genomen en stond te duwen, kijkend naar de stad, die achteruit week in het rossige schijnsel. Er hing een nevel over 't water, voorbode van de vallende schemering; het klokkenspel in den toren gaf in heldere klanken den tijd aan; daartusschen hoorde ik 't geklots der golven, door ons scheepje uiteen gedreven, en dit oogenblik had iets geheimzinnig ernstigs, alsof wij naar een onbekend land gingen. Langzamerhand hadden wij niet anders om ons heen dan water en nevels. Een der jongens floot een wijsje. De touwen van den mast knarsten onder den druk van den koelen wind; toen doken schaduwen op, eerst onduidelijk, toen helderder. Het waren puntdaken van huizen en masten, uit zee oprijzend; zonder duinen of rotsen lag Marken daar, als een zeer groot vlot op het water, half ondergedoken. De boot stopte aan de kade en werd vastgelegd. Ik sprong aan land. Er waren daar twee of drie mannen, gekleed als mijn varensgasten, en jonge meisjes met lange losse haartressen leunden tegen een brug. Een groote stilte heerschte er in het haventje, dat daar lag te midden der bewegelijke zee. Ik moet er wel een zonderlingen indruk hebben gemaakt, zoo weinig was ik in harmonie met die houten huizen, op palen gebouwd, en die zonderlinge menschen. De meisjes keken mij aan. In de avondschemering hadden haar oogen met de lange wimpers tusschen de hangende krullen langs hun hoofd diepten als van den oceaan, en toen zij ernstig het hoofd bogen bij mijn voorbijgaan, kon ik denken, dat ik zeegodinnen voor mij had, jonkvrouwen, zoo dikwijls door dichters bezongen. Ik haastte mij, mijn weinige bagage te deponeeren in het eenige logement, en ik stapte de straatjes binnen, met steenen geplaveid, die naar de zeven buurtschappen voeren, kunstmatige hoogten van leem en veen, waar de huizen der bewoners staan. De zee had, zooals dikwijls gebeurt, den vorigen dag de magere weiden overstroomd, die om de terpen tusschen de lage dijken lagen, zoodat ik aan beide zijden door water was omringd, en de huizen in den echten zin des woords uit het water opstaken zonder eenigen horizon van land. Hoog gras groeide op sommige plaatsen en herbergde kakelende eenden, terwijl de halmen ritselden in den wind en de intense somberheid verhoogden van dat waterland. Zoo liep ik een uurtje rond, tot het volkomen donker was, en nam die duizenderlei gevoelens in mij op, die het onmogelijk is om weer te geven, gevormd door 't onve
PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   >>  



Top keywords:

huizen

 

dikwijls

 

hadden

 

meisjes

 
tusschen
 

zonder

 

haastte

 
geplaveid
 

weinige

 
bezongen

steenen

 

stapte

 
binnen
 

straatjes

 

logement

 
eenige
 

dichters

 
deponeeren
 

bagage

 

wimpers


hangende

 

krullen

 

avondschemering

 
menschen
 

zonderlinge

 

diepten

 

buurtschappen

 

voorbijgaan

 

denken

 

zeegodinnen


gevormd

 

oceaan

 

ernstig

 

jonkvrouwen

 

herbergde

 

plaatsen

 
onmogelijk
 
kakelende
 
terwijl
 

eenden


sommige
 

horizon

 

groeide

 

halmen

 

ritselden

 

uurtje

 

volkomen

 

duizenderlei

 

somberheid

 

intense