FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
egen. Het kon niet schoon genoeg zijn, want onze Lieve Heer zou het met zijn eigen voeten betreden. En terwijl ze sneed, zong ze liedekens uit de kerk. Ze zou kunnen stoeffen en pronken met hare mand strooisel tegen de begijntjes die meestal arm waren en tevreden moesten zijn met de gekleurde omslagen van oude St. Franciskus' en Marias boden. "Wa zal onzen Lieven Hier blij zijn me zoe' schoe stroessel!" zei Charlot handenwrijvend. De Zaterdag kwam en er was geen wolksken aan den hemel. Geen windeke bewoog; alles stond stil als 'n huis en een pluimken in de lucht zou van zijn plaats niet verroerd hebben. Charlot had haar handen vol. Ze zorgde eerst voor een lekkere merte, rolde het gekapt vleesch tot kinderkopdikke bollen, en, terwijl ze stoofden, maakte ze saus van bezensap en patattebloem. Als de frikadellen goed gestoofd waren en nadien met 'n bruin korstje in zoete boter gebakken, goot zij de roode saus er over. 't Was om er van te bekomen zoo frisch. Binst kookte een groote ketel rijstpap. Ze schudde ze in tafelgroote schoongebloemde tellooren, en wat er in den ketel bleef, lakte ze met heuren vinger af. Terwijl zij nieuwe erwtjes in haar schoot pelde schuimde Pallieter de soep. Die was om duimen en vingeren van af te lakken, want er was een fellen kempischen haan in, over de tweehonderd ballekens, twee kilo mergbeenderen en een reusachtig stuk bouilli. Charlot stompte in een kuip de jonge patatten hun vel af, en Pallieter zorgde voor 't bereiden van het speenvarksken. Het vleesch en andere spijzen, die morgen eerst mochten gereed gemaakt worden, lagen frisch en versch in den koelen kelder. Zij kuischten nog salaad, sneden de bloemkoolen, liepen overend'weer om dit en om dat, en de stille noenuren gingen vol warme zon over de vruchtbare wereld. En rond vier uren opende Pallieter het zwarte bakhuis van den broodoven. 't Was alsof hij een heilige kast opende, zoo stonden zijn oogen nieuwsgierig gespannen. God! wat 'n warme, zoete reuk van eieren, bloem en melk sloeg hem bedwelmend in 't gezicht! En wat een smakelijk, gouden koleur bloemde op uit de schemering van den oven! Hij haalde de brooden er voorzichtigjes uit en lachte hardop om de diepbruine kleur die naar de kanten blond en geel neerdaalde. Er waren weelderige scheuren in, die het blanke brood-hart lieten zien, en Pallieter plukte er van goesting de losse zijlapjes af. De toerten waren welgelukt en schoon en geurig om een Sint Antonius
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:

Pallieter

 

Charlot

 

zorgde

 

frisch

 

vleesch

 

opende

 

terwijl

 

schoon

 

overend

 

reusachtig


sneden

 

bloemkoolen

 

liepen

 

mergbeenderen

 

gingen

 

ballekens

 

tweehonderd

 

fellen

 
noenuren
 

salaad


stille

 
bouilli
 

patatten

 

mochten

 

gereed

 

andere

 

speenvarksken

 

morgen

 

bereiden

 
gemaakt

worden
 

stompte

 

kuischten

 

spijzen

 
versch
 
koelen
 
kelder
 

kempischen

 
kanten
 

neerdaalde


diepbruine

 

haalde

 

brooden

 

voorzichtigjes

 

hardop

 

lachte

 

weelderige

 

scheuren

 

toerten

 

zijlapjes