FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299  
300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   >>   >|  
erlia en aan zijne zuster, gaf nu en dan in verstrooidheid een bevel aan de arbeiders, doch liet even ras weder het hoofd op de borst zakken, om zijne pijnlijke droomen voort te zetten. De dijk achter de Hoogpoort was bijna voltooid, toen de jonge kanunnik Ludgard, die Robrecht een vriend was, hem naderde en op troostenden toon zeide: "Mher Sneloghe, ik heb van den heer proost de reden uwer droefheid vernomen. Gij zijt wel ongelukkig, inderdaad; uw lot boezemt mij een diep medelijden in." "Eilaas", zuchtte Robrecht, "zoo, door eenen enkelen slag mijne zuster en mijne bruid verliezen! alwat mij dierbaar was op aarde!" "Maar, vriend Sneloghe, wanhopen moogt gij toch niet", murmelde Ludgard. "O, mijn God!" kreet Robrecht, zich de hand aan het voorhoofd slaande, "niets, niets kunnen doen tot hunne verlossing! Dakerlia in de macht van Disdir Vos! Het hart verkrampt mij van schrik.... De snoode verrader is tot alles bekwaam. Neen, de lafaard zou niet terugwijken voor de gruwelijkste euveldaad.... En ik, ik weet het; ik zou mijnen laatsten druppel bloed willen storten om haar uit zijne klauwen te redden, en, ach, ik ben machteloos als een kind, ik kan niets, niets!" Bij deze woorden wrong hij de vuisten zoo geweldig, dat zijne vingeren hoorbaar kraakten; hij scheen inderdaad aan de diepste wanhoop overgeleverd. "Nu, Robrecht", sprak de kanunnik, "gij moogt uw ongeluk niet overdrijven; het is door zich zelf reeds groot genoeg. Waarom denkt gij dat Dakerlia Wulf en uwe zuster in de macht van Disdir Vos zich bevinden?" "Heeft hij ze niet uit hunne woning gerukt?" "Inderdaad, de heer proost heeft het mij gezegd; maar Disdir Vos is aan het hoofd van wapenknechten in sher Wulfs Steen gekomen. Hij handelde dus op bevel van mher Gervaas Van Praet. Acht gij dezen ridder bekwaam om vrouwen te laten mishandelen? Neen, niet waar? Gij kent hem genoeg om te weten dat hij het Disdir Vos evenmin zou toelaten? Mijne meening is dat de verrader Disdir Vos, om zich op u te wreken, Dakerlia en uwe zuster den veldheer heeft aangewezen als kunnende hem in zekere gevallen tot gijzelaressen verstrekken. Hij heeft de beide jonkvrouwen aan mher Gervaas overgeleverd, en nu zitten zij waarschijnlijk ergens gevangen. Misschien zijn zij buiten Brugge gevoerd, om u en uwe vrienden te beletten eenige poging tot hunne verlossing te beproeven." Robrecht had zich een oogenblik door deze troostende overwegingen laten verleiden. Nu echter sch
PREV.   NEXT  
|<   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299  
300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   >>   >|  



Top keywords:

Disdir

 

Robrecht

 

zuster

 

Dakerlia

 

Gervaas

 

verrader

 

proost

 

verlossing

 

inderdaad

 

overgeleverd


genoeg

 

Ludgard

 

kanunnik

 
vriend
 

bekwaam

 

Sneloghe

 
gezegd
 
woorden
 

geweldig

 

woning


gerukt

 

Inderdaad

 
vuisten
 

bevinden

 

wapenknechten

 

Waarom

 

overdrijven

 

wanhoop

 

diepste

 

kraakten


hoorbaar

 

ongeluk

 

scheen

 

vingeren

 

mishandelen

 

Misschien

 

gevangen

 

buiten

 

Brugge

 

ergens


waarschijnlijk

 

verstrekken

 

jonkvrouwen

 
zitten
 

gevoerd

 

vrienden

 

overwegingen

 

troostende

 
verleiden
 
echter